De Japansche Keizermanoeuvres in October 1915. [Mrt. 1916.
hij de gevechtskracht der brigade door een eskadron in een wijden
boog om 's vijands rechtervleugel te zenden; het kwam tegenover
de overmachtige Noordelijke legercavalerie te staan en werd zoo
doende vrij wel buiten haakjes gebracht.
Toen de brigade voor Noordelijke infanterie en artillerie wijken
moest, maakte zij het front voor de naderende eigen troepen vrij
en kreeg zij de opdracht den linkervleugel van het eigen legertedekken
en zoo mogelijk flank en rug der tegenpartij te bedreigen. Den
21sten October gelastte de Zuidelijke Opperbevelhebber in zijn
aanvalsbevel aan de brigade om, om den linkervleugel des vijands
heen, in diens rug op te treden. Echter had hij van te voren de
brigade geheel uit de hand gegeven door haar onder de recht-
streeksche bevelen van den commandant der 37ste brigade infanterie
te stellen; deze had haar tot versterking van zijne in gevecht zijn
de troepen gebruikt, waartoe sommige eskadrons tot het gevecht te
voet afgestegen waren. Het duurde dus eenigen tijd, voordat de brigade
weder verzameld en gereed tot uitvoering van de nieuwe opdracht
was. Op den laatsten dag, den 23sten October, zorgde de brigade
bij de hand te zijn, toen het oogenblik der beslissing gekomen
was en voerde zij een aanval te paard uit op de Noordelijke
artillerie.
Bliïi-ens den afstand, welke beide partijen bij het begin der ma
noeuvres van elkander scheidde, was de tijd voor strategische ver
kenningen voorbij; de door de vliegtuigen uitgevoerde verkenningen
waren dus van uitsluitend tactischen aard.
Voor zoover kon worden opgemaakt gaven beide Opperbevel
hebbers hun vliegtuigen de opdracht de tegenpartij te verkennen,
daarbij de richting aangevende, waarin de verkenning geschieden
moest. Bovendien werd aan de Noordelijke vliegtuigen aanbevolen,
verbinding met de eigen legercavalerie te houden. Op den 23sten
October had de Zuidelijke Opperbevelhebber het gevechtsterrein
ten behoeve van de verkenning in strooken verdeeld; aan de vlieg
tuigen had hij opgedragen de vijandelijke reserves op te sporen en
in het oog te houden.
Rechtslreeksche samenwerking tusschen artillerie en vliegtuigen
kwam niet voor.
Van de nachtelijke duisternis werd, zooals boven reeds met een
319
I. M. T. 1916. 21.