De Groote Oorlog. [Maart 1915. In de voorafgaande [dagen hadden de naar het Westen vooruitge schoven cavalerie-afdeelingen, versterkt door wielrijders en detache menten infanterie, verschillende gevechten gevoerd met Belgische troe pen. Het waren deze gevechten, in aansluiting aan den strijd om Luik, die in de pers aanleiding gaven tot de meening, dat het Belgische leger aan den Duitschen opmarsch zoodanige hinderpalen in den weg had gelegd, dat deze inderdaad belangrijk was vertraagd ge worden. Het groote publiek vergat daarbij, dat voor mobilisatie en concentratie van elk leger, hoe goed ook georganiseerd, tijd noodig is en het had tiiet voldoende kennis van de geschiedenis van vroegere oorlogen om vergelijkingen te kunnen maken en daar door kon het niet tot de conclusie komen, dat in dezen oorlog de concentratie sneller werd volbracht dan ooit te voren. Luik viel reeds den I5en en eerst den 17en ving het geheele Duitsche leger de voorwaartsche beweging aan. Van af dien dag ook weken de Belgen zonder noemenswaardigen tegenstand te bieden binnen de Antwerpsche forten linie terug. Voor de opstelling der Duitsche legerkorpsen zie de schetsen 1 en III. Zij waren als volgt tot Legers vereenigd: II, IV, IV R, IX en IX R(?) onder Von Kluck III, hierbij de 27e brigade (van het XI Korps) III R, G, X en XR onder Von Bülow XII, XIIR, XIX en XIX R onder Von Hausen VII, VIIR, VIII, VIIIR, XIII, XIIIR Hertog, van Wurtemberg XI, XVI, XVIII, XVIIIR Kroonprins van Duitschland III B, III BR, II B en II BR „Beieren XXI, XXI R(?), IB en I BR Von Heeringen XV, XV R, XIV en XIV R Het XVIe R korps vormde met landweertroepen de bezetting van Metz. Van opstelling en indeeling der Fransche legers is minder bekend geworden. Las men in den aanvang van den oorlog wel eens berichten omtrent troepenbewegingen, en werden bij doodsberichten en vermelding van belooningen wel eens datum, troepenkorps en plaats opgegeven, reeds spoedig kwam hieraan een einde. 1) Volgens een Fransch bericht zou een deel of het geheele IXe Re servekorps ter bewaking van het Kieler kanaal voorloopig zijn achtergelaten. 279

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 59