Mrt. 1916.] De taak van den Topografischen Dienst. voor een groot gedeelte gedekt door particuliere bijdragen; boven aan de lijst der contribuanten siaatMadame de Pompadour. Dienden aanvankelijk de topografische kaarten speciaal voor mili taire doeleinden, ja, werden zij b v. door Frederik de Groote zóó geheim gehouden, dat hij het voorhanden kaartenmateriaal in zijn slot Sanssouci te Potsdam liet overbrengen „urn selbst überwachen zu können, dass kein Unberufene die Raume betrete", meer en meer wordt ingezien, dat niet alleen het militair belang met goede kaarten gediend is. Het is merkwaardig om na te gaan, hoe b.v. in Oostenrijk- Hongarije eerst het militaire doel voorop, daarna naast en eindelijk achter andere belangen gesteld werd. Voor eene zuiver militaire opneming behoeven aan eene kaart geen hooge eischen gesteld te worden, zegt de generaal O. Frank in zijne hoogst interessante studie „Landesaufnahme und Kartogra- phie." „Anders verhalt es sich jedoch mit der militarischen Landes aufnahme, wenn ihre Aufnahmsblatter auch vielfachen wissenschaft- lichen und ziviltechnischen Anforderungen vollauf zu entsprechen haben. Dass dies der Fall sein sollte, is gegenwartig ein algemein anerkannter Standpunkt." Dat in meerdere staten de topografische dienst een onderdeel van het leger is, doet aan zijn eigenlijke taak niets af en daarom kunnen we ons dan ook geenszins vereenigen met de volgende zinsnede, voorkomende op bladz. 1265 van het jongste December nummer van dit Tijdschrift: „De Topografische Dienst is een onderdeel van het Leger en behoort dus in de eerste plaats Legerbelangen te dienen en dat gebeurt o.i. niet. Het dienstvak is langzamerhand verworden 2) tot eene instelling, die ongetwijfeld hard en goed werkt ten nutte 1) De Hydrografische Dienst is een onderdeel van de Marine en toch worden door zijne verrichtingen in de eerste plaats handelsbelangen ge diend. De indeeling is eenvoudig een kwestie van onderbrenging en heeft dezelfde beteekenis als bijv. het .behooren van dominés en pastoors tot het Departement van Onderwijs en Eeredienst; wanneer de geestelijken in de eerste plaats werkten in het belang van de personen van hun depar tement, zou het zieleheil van het overgroote deel van Nederlandsch-lndië zeer slecht er aan toe zijn. 2) Eene hoogst gunstige verwording dan toch. Verworden in de be teekenis van anders worden, veranderenniet in die van onklaar worden, bederven, vergaan, (v.R.) 274

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 6