De TAAK VAN DEN TOPOGRAFISCHEN DlENST. [Mrt. 1916.
van Indië, doch waarbij hare eigenlijke taak meer dan lichtelijk
in de verdrukking is gekomen."
Dat het jaarverslag van den Topografischen Dienst becritiseerd
wordt, is niet anders dan toe te juichen; critiek geeft leven en leidt
tot verdere ontwikkeling, maar om goede critiek te leveren, moet
men zich op een ruim standpunt stellen en dat doet D.B. niet,
ongewild, geven we gaarne toe en zelfs zou het in hem te loven
zijn, dat hij zoo zeer voor de belangen van het Leger opkomt,
indien hij zich niet—ongewild ook al weer—op een eng en daarom
op een gevaarlijk standpunt stelde.
D.B. is waarschijnlijk op een dwaalspoor gebracht door de om
schrijving van de taak van den Topografischen Dienst hier te lande
op bladz. 226 in het daarover handelend hoofdstuk van den eersten
jaargang van het Wetenschappelijk Jaarbericht van de Indische
Krijgskundige Vereeniging, nl.
„Ie. het vervaardigen van kaarten van de terreinen, welke uit een
militair oogpunt van belang moeten worden geacht,
„2e. het verschaffen van cartografische gegevens van den geheelen
Nederlandsch-Indischen Archipel aan andere diensttakken,"
en misschien nog meer door het feit, dat het geheele hoofdstuk
in beslag wordt genomen door een betoog over militaire carto
grafie, waarvan de kern is getrokken-ten deele zelfs letterlijk is
overgenomen—uit een artikel in het I.M.T. van 1905, getiteld: „De
militaire cartographie in Nederlandsch-Indië," van de hand van kolonel
J. J. K. Enthoven, echter zonder dat deze bron vermeld wordt.
Nu schreef kolonel E. evenwel zijn voortreffelijk artikel niet om aan
te geven, in welke banen de Topografische Dienst geleid moest
worden, maar om duidelijk uit een te zetten, welke overwegingen
moesten gelden bij het vaststellen van de schaal, formaat, materiaal
en redactie van de kaart voor militair gebruik.
In het Wet. Jaarbericht is echter een deel van het geheel naar
voren geschoven als het geheel, waardoor verkeerde en—we zeiden
het reeds-gevaarlijke denkbeelden worden gevestigd.
O.i. wordt de taak van den Topografischen Dienst beter en juister
1) Welke ruime en vèrdragende opvatting deze oud - hoofdofficier heeft
omtrent de taak van den Topografischen Dienst, zal nog nader blijken.
275