Mrt. 1916.] Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften.
hqt land zelve tweedracht ontstaat, waar in tijden als deze „een
dracht" zoo noodzakelijk is.
De Juni-aflevering-geeft verder onder den titel van „Un vieil ar
ticle" een resumé van een in 191)2 verschenen studie, welks schrijver
aan de hand van de moderne bewapening tot de slotsom komt, dat
in een toekomstoorlog ('t was toen 1902) van veldslagen tusschen
gelijkwaardige legers geen sprake meer zal zijn, dat de veldoorlog
vervangen zal worden door den stellingoorlog en dat alleen plaat
selijke successen zullen plaats vinden, waarvan in den regel het
voordeel gering zal zijn, omdat de bres weer gesloten zal worden.
De steltingoorlog zal het karakter van den vestingoorlog hebben,
doch zonder de ongunstige factoren daarvan voor de ingesloten
partij. Ongeveer rechte liniën, dus geen omvatting zooals van een
kringstelling, geen isolatie van de buitenwereld.
„ll cesse bientót d'y avoir un parti qui attaque, un autre qui est
attaqué. Les deux ennemis ne tardent pas a se trouver logés, en
quelque sorte, a la même enseigne.
„C'est la le caractère qu'il taut attribuer a la bataille défensive
de l'avenir. On se la représente comme mettant face a face deux
murailles humaines presque en contact, séparées seulement par
Tépaisseur du péril, et cette double muraille va rester presque inerte
malgré la volonté d'avancer qu'on a de part et d'autre, malgrë les
tentatives qu'on fait pour y réussir."
Een groote dichtheid der liniën is niet bijzonder noodig.
De groote massa zal moeten worden benut om op goede momen
ten uitvallen te doen, doch vooral om aflossingen in den eindeloo-
zen strijd voor de eerste linie te verschaffen.
De veldslag zal, naar schrijver vermeent, het pleit niet beslechten,
geheel andere oorzaken zullen in de toekomst de beslissing brengen,
zooals finantiëele uitputting, politieke eischen b.v.
De schrijver is blijkbaar over het geheel genomen geen slechte
profeet geweest.
De Zwitsersche kroniek heeft het over verschillende in Zwitser
land door den oorlog in Zwitserland ontstane quaesties omtrent neu
traliteit en souvereiniteit, tusschen militair en burgerlijk gezag, om
trent staat van vrede en van oorlog, verschil in opvoeding en in
sympathieën voor het Germaansche en Romaansche deel van het
volk, omtrent de rechten van het individu en de plichten van een
burger, omtrent de censuur.
De censuur is zonder noodzaak in handen der militairen gelegd
en het optreden der censuur heett hier en daar heftige verbittering
gewekt, die natuurlijk terug slaat op het leger; de kroniekschrijver
346