m
Overzicht van eenioe Buitenlandsche Tijdschriften. [Mrt. 1916.
Lezenswaard is een artikel over de uitoefening van den genees
kundigen dienst in den slag bij Moukden, waarin vele gegevens
omtrent de Japansche organisatie van dien dienst, welke heel wat
uitgebreider was doch ook moest wezen -ij - dan de onze is.
Medegedeeld wordt, dat de Japanners het principe van evacuatie
naar achteren wel eens te consequent doorvoerden.
Ook wordt de vraag besproken of de doktoren mede in de vuurlinie
moeten gaan en ontkennend beantwoord.
„Es kann nach übereinstimmenden Aussagen von japanern eines
jetzt als richtig angenommen werden, dass namlich die Erfahrung
gemacht wurde, dass die Anwesenheit von Aerzten in der Feuerlinie
wohl beruhigend auf die Kampfer einwirken kann - einen praktischen
Wert aber haben diese Aerzte nicht"
Noodig wordt geacht, dat de doktoren geschoold zijn in het
terrein, ook al om de ziekendragers te kunnen onderwijzen, terwijl
ook doktoren en lager personeel nachtelijke oefeningen moeten
houden.
Dat is een wenk voor ons om ter harte te nemen, de particuliere
praktijk van heeren aesculapen moet dan maar wat meer op den
achtergrond geschoven worden.
In het artikel staat verder:
„Der Japaner wird im Gebrauch des individuellen Verbandpack-
leins ebenso eingehend unterrichtet, wie er im Schiessen und Exer-
zieren ausgebildet wird."
Hoe staat het daarmede thans bij ons; een paar jaar terug, zag
nooit iemand een B. V. verbandpakje bij ons. - ij
Onder „Kleinere Mitteilungen" vinden we vooreerst, dat in Zwit
serland overwogen wordt Officieren van Rijkswege kleeding te ver
schaffen.
Verder vermelden we een artikel over militaire muziekkorpsen,
waarin gezegd wordt, dat een bataljonskorps 30 man moet tellen;
ons Brigade muziekkorps heeft slechts 16 muzikanten, hetgeen wel
wat erg weinig is.
Ten zeerste kan ter lezing worden aanbevolen een overdruk uit
een veldpostbrief van een Duitsch soldaat aan het Oostfront, voor
komende onder den titel „Das Infanteriegefecht von Heute" op
blz. 284.
Ten slotte zij gewezen op het artikel „Uber das Feldeisenbahn-
wesen" waarin o.a. de taak van spoorwegafdeelingen (bij ons slechts
20 man sterk) wordt aangegeven en verder iets over veldbanen
wordt medegedeeld, welke ook bij ons onder omstandigheden goede
diensten kunnen bewijzen, materieel is er te over (bij de suiker
fabrieken), mits het tijdig gevorderd wordt, terwijl als trekkracht
de karbouw zeer wel te gebruiken is.