Ouerzicht uan nederlandsche
4k:-
militaire Tijdschriften.
De Militaire Spectator 1915 No. 12.
Deze afdeeling opent met het artikel „Oefeningen in het terrein"
van den kapitein der Infie C. C. de Gelder.
Na een algemeene bespreking van het doel der oefeningen in het
terrein, waarbij we vinden aangeteekend, dat scherpe afscheidingen
tusschen oefeningen in den velddienst, in 't verspreide gevecht,
pionieren enz. moeten worden weggedoezeld, behandelt S. achter
eenvolgens de individuëele opleiding, de opleiding van de groep,
de sectie enz.
Daarbij wordt aangegeven, wat er alzoo met die verschillende
afdeelingen kan en moet worden beoefend.
Teekenen we nog aan, dat S. met betrekking tot het nieuwe
Nederlandsche Velddienst-voorschrift zegt:
„Waar ons V. V. zoo beknopt is geworden, bestaat voorts één
„gevaar en wel, dat de opkiding onvolledig wordt."
En verder: „Ook beseffe men de moeielijkheid, dat vele aanvoer
ders thans hun houvast missen."
Op dit mogelijk nadeel van een beknopt V. V. is ook reeds door
anderen gewezen. Het behoeft naar onze meening geen nadeel te zijn.
Het tweede artikel is getiteld: „Operatiën van het Engelsche
expeditieleger aan de Dardanellen" en is een vertaling van het in
de Morningpost opgenomen rapport van Generaal Sir Jan Hamilton,
ingediend op 20 Mei 1915.
Hoewel niet bepaald boeiende lectuur—het rapport is als alle
Engelsche rapporten sober gesteld toch is dit stuk de lezing ten
zeerste waard. Het geeft ons in beknopten vorm een overzicht
van de landing op het schiereiland Gallipoli en de actie aldaar
gedurende de eerste weken.
En men moge thans spreken van het mislukte Gallipoli-avontuur,
er is daar door beide partijen prachtig werk geleverd, werk, dat
slechts van eerste klasse-materiaal kon gevergd worden.
Ook uit een oogpunt van landings-techniek verdient de Gallipoli-
affaire onze aandacht.
341