Mei 1916.] Tactische oefening op dë kAArt, 4e Serie. de Brigade in te nemen stelling moeten worden gelegd op flankeerend vuur, in het bijzonder van de artillerie, terwijl verder door den aanleg van zooveel mogelijk stormvrije infanterie-steunpunten nog wel iets is bereiken. Aan het gebrek aan schootsveld is ten deele tegemoet te komen door, met sparing van het hoog geboomte, het onderhout, de lage gewassen en de huizen op te ruimen en het begroeide terrein ver der door het aanbrengen van verhakkingen en andere hindernissen moeilijk begaanbaar te maken. Van veel belang ware het, indien hiervoor over gewapend draad kon worden beschikt, dat wellicht te Ambarawa en Banjoebiroe of van den dienst van den N.l.S. kan worden gerequireerd. Blijkt nog voldoende tijd schikbaar te zijn, dan kunnen verder ter verhooging van de uitwerking van het eigen Art. vuur, sleuven in het hoogere geboomte worden opengekapt. De plaatsen, welke voor den aanleg van steunpunten in aanmer king komen, zijn het Moh. kerkhof 6u0 M. ten N. W. van hoogte punt 684. bij de le „W" van Wahar (hoofdkampong) en bij T. 717.2. Voor net flankeeren van de tusschen de beide Kgs Wahar gelegen sawahstrook kan een sectie Art. worden geplaatst nabij den W. hoek van Kg. Karanganjar, waar deze door den voorgelegen rug beschermd staat tegen frontaal vuur. Verder zal ook door Art. nabij T. 792.6 opgesteld krachtig kunnen worden medegewerkt om den vijand het doordringen tot Kg. Wawar te beletten. De Br. Cdt. zal echter een vrij sterke reserve te zijner beschik king moeten houden, waarvan een gedeelte onmiddellijk bij de hand moet zijn om pogingen tot doorbreking van de stelling tegen te gaan, terwijl verder rekening moet worden gehouden met de mo gelijkheid van eene omtrekking van den rechtervleugel (T. 792 6). Alvorens na ontvangst van zijne opdracht naar pl. 31 te rijden, treft de Br. Cdt eerst de volgende maatregelen: a. De Cdt van den Achtertroep ontvangt last ter hoogte van den Z. rand van Kg. Banaran voorposten te betrekken ter beveiliging van de werkzaamheden in de stelling, onder mededeeling, datdeBriga- de-cavalerie te zijner beschikking zal worden gesteld, doch de sectie Genietroepen den marsch vervolgt tot pl 31 b. Aan den Cdt der verzamelde G. Tn wordt per motorwielrijder bevel gezonden halt te houden, als het hoofd ter hoogte van T. 717.2 is gekomen, alwaar de onderdeelen weder ter beschikking van de Korps Cdten worden gesteld. Gedurende het voorbijrijden van de marschcolonne verstrekt de Br. Cdt. voorts nog de volgende bevelen: c. Aan den Cdt. der Br. Cav., om zich onder de bevelen te stel len van den Cdt van Inf XXI; d. Aan den Cdt. der 1/2 Comp. Genietroepen om zich voor zijn persoon naar Ambarawa en Banjoebiroe te begeven ten einde na te gaan, of aldaar materialen aanwezig zijn, welke voor het versterken 566

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 104