Hoe zal ons huidig Leger Java verdedigen? [Mei 1916.
ongehinderd geschieden, ook al was de verdediger oorspronkelijk van
plan daartegen op dat punt met alle macht op te treden.
In hoeverre de verdediger kans heeft tijdig omtrent 's vijands
plannen ingelicht te zijn, kan men zelf wel beoordeelen. Men weet
of des verdedigers marine over voldoende snelloopende verkenners
beschikt, of de luchtvaart voldoende ontwikkeld is om c. q. hun taak
over te nemen, of de verbinding met de buitenwereld gemakkelijk
te onderbreken is. Ten onzent liggen de draadlooze stations op de
Buitenbezittingen zoodanig, dat zij van uit zee plat te schieten zijn,
verder Iaat de samenwerking tusschen Marine en Leger helaas veel
te wenschen over, hetgeen n.m m. niet verbeteren zal, zoolang de
boven beiden gestelde Opperbevelhebber, de G. G., niet over een
eigen deskundigen Staf beschikt. Voorts verkeert het vliegwezen
in status nascendi. We kunnen er dus niet op rekenen tijdig inge
licht te worden omtrent 's vijands bewegingen ter zee. Het gevolg
is, dat, ook al zijn we van plan om den vijand daar waar mogelijk,
alvorens zijne landing voleindigd is, op het lijf te vallen, steeds
moet worden rekening gehouden met de mogelijkheid, dat we hier
voor te laat komen.
Wat dan?
Dan is de vijand verzameld en zijne voorraden heeft hij vlak bij
zich, zoodat hij met geenerlei transportbezwaar te kampen heeft.
Aannemende dat hij met een overmacht gekomen is, zou het dwaas
heid zijn hem dan aan te vallen, wanneer dit niet absoluut noodig
is. De verdediger doet dan beter te wachten tot de aanvaller op
rukt. Deze moet zich daarbij verzwakken door eene veiligheidsbezetting
voor de basis en troepen ten behoeve van de beveiliging van zijne
communicatie-lijn af te zonderen, terwijl het ageeren van aan de
tropen niet gewend zijnde troepen in onze terreinen de innerlijke
waarde daarvan aantast.
Heeft de verdediger tijdig alle voorraden en alle transportmiddelen
weggevoerd, de wegen enz. vernield, dan ondervindt de vijand bij
het oprukken ernstige moeilijkheden, die weliswaar niét onoverwin
nelijk zijn, maar die toch niet alleen een deel van zijne energie
eischen, maar ook zijne bewegingsvrijheid beperken.
Nu mag men den bondgenoot: ziekte, waarop voorheen nog al
lustig gespeculeerd werd, in den tegenwoordigen tijd niet al te veel
in rekening brengeneen oorlog kan thans ook medisch voldoende
483