Nagekomen Stukken.
[Mei 1916.
welk gevaar erin schuilt en hue kortzichtig liet is, 0111 er regel van
te maken, .den poortwachter voor alle wissewasjes te hulp te roepen
en van zijnen post af te halen, Daarom zeg ik: die hulpchauffeur
kent de machine al door en door en is ermee vertrouwd, geef hem
wat meer en betere werktuigen en laat hem die leeren gebruiken,
hij is er schrander genoeg voor, dan kan hij 't in verreweg de
meeste gevallen zelf wel klaar spelen en behoeft de poortwachter
alleen bij zeldzame, zeer ernstige accidenten en ravage aan den
wagen er bij te pas.
Naar ik vertrouw, is door bovenstaande rechtzettingen, voorzoo
ver betreft ,het zakelijk gedeelte, duidelijk in het licht gesteld, hoe
zeer de voorstellingen van den Heer S. S. ernaast zijn, hetgeen ik
in het algemeen belang meende te moeten doen. Doch wat mij
nog steeds duister blijft, is de eigenlijke bedoeling van zijn artikel.
Wilde de Heer S. S. aantoonen, dat de Gewapende Politie niet
goedkooper is dan het Leger? Neen, want hij tracht, juist aan te
geven, waarom dat wel het geval is.
Wilde hij aantoonen, dat de Gewapende Politie geen militaire
macht is en dus het Leger niet voor militaire doeleinden kan ver
vangen? Dat zou zijn een open deur intrappen. Want voor zoover ik
weet, is het tegendeel nooit beweerd of beoogd, althans niet door
mij noch door iemand van de Gewapende Politie. Wel betoogden
ik en anderen, dat men het Leger niet als regel voor politiewerkzaam
heden gebruiken moet, al komen daar geweren bij te pas en moet
er bloed vloeien.
En zou hij bedoeld hebben juist voor dit geregeld gebruik van
de militaire macht te ijveren? Dat is nou weer onaannemelijk van
den schr. die zich zelve voorstelt als iemand, die het verschil van
de taken van Gewapende Politie en Leger volkomen begrijpt.
Wilde hij anti-reclame maken tegen de Gewapende Politie, omdat
door het toenemend gebruik, dat van haar gemaakt wordt voor
de doeleinden, waarvoor zij bestemd en berekend is, de gelegenheid
voor de voor de militairen voordeelige diensten te velde en op excur
sie meer en meer beperkt wordt? Dat mag ik ook niet veronder
stellen van iemand, die de Gewapende Politie verwijt, dat zij
wangunstig haar loon vergelijkt met dat van het Leger.
De Heer S. S. merkt schamper op: „Och, het is eigenlijk niet
de moeite waard tegen een dergelijke wijze van reclame maken
op te komen, want de onjuistheid ligt er te dik op." Inderdaad
ware het om meerdere redenen, welke ik zal nalaten te stipuleeren
beter geweest, indien de schr. zich de moeite van het samenstellen
van z'n onverantwoordelijk artikeltje had bespaard.
Ten slotte veroorloof ik mij nog, mijne bevreemding erover uit
te drukken, dat de redactie van een tijdschrift van den aard en het
peil van het I. M. T., van welke aangenomen mag worden, dat zij
zich als eerste plicht stelt, in alles fair en loyaal te zijn, overgegaan
583