Mei 1916.] Hoe zal ons huidig Leger Java verdedigen?
Onze hoop moet dus, zoolang ons Leger in den huidigen staat
verkeert, gevestigd zijn op eene actieve verdediging, waarvan het
klassieke voorbeeld is Napoleons campagne in 1814. Een klassiek,
maar tevens een weinig opwekkend voorbeeld, gelet op het resul
taat.
De allernieuwste krijgsgeschiedenis geeft echter eene actieve ver
dediging, waarbij het wel gelukte den indringer uit het land te wer
pen, n.l. de eerste Servische veldtocht. Tegen een volgend „éche
lon", om eene bij ons gangbare uitdrukking te bezigen, bleek het
Servische leger echter niet meer opgewassen.
In elk geval zal, waar er ter wereld geen recept bestaat om een
zwakkere de overwinning te bezorgen, onzerzijds gestreefd moeten
worden naar vergoeding van de te verwachten numerieke minder
heid door betere hoedanigheid, betere leiding, aanvoering, marsch-
en schietvaardigheid enz. enz.
Daartoe kunnen we allen, van laag tot hoog, medewerken, maar
het beste instrument is niets in minder bekwame handen. En hier
zullen niet alleen uiterst bekwame handen noodig zijn, maar ook
dat ietsje, wat niet aan te leeren valt, dat vonkje genie, dat van
een knap generaal een veldheer maakt.
W. Muurling.
Kapitein Gen. Staf.
490