Mei 1916.J
Het Schieten op Vliegtuigen met de
bij grootere terreinhoeken, genoemd product tot O afneemt bij het
aangroeien van t tot 90<>. Ten slotte nog mag in de formule (2)
instede van cos (t h") zonder bezwaar gesteld worden cos t,
en gaan de formules (2) en (3) dan over in:
W sin r cos t
tg b A cos t W cos r
tg h W «»A' sl° (3a)
De formule (2a) is nog voor vereenvoudiging vatbaar door
teller en noemer door cos t te deelen, waardoor de noemer gelijk
wordt aan A - waarin de laatste term ten opzichte
van de eerste verwaarloosd mag worden, als men nagaat, welke de
mogelijke veranderingen kunnen zijn van r ten opzichte van t.
Stellen wij voorts p, dan gaan de formules (2a) en
(3a) over in:
tg b p sin r (2b), en
tg h p cos r sin t (3b),
waarin de factor p verschillende waarden kan hebben, afhankelijk
van den afstand, waarop het doel zich bevindt.
De verandering van p blijkt uit de volgende opgave:
A
t'
W ==vt'
w
A =P
in M
in M
in sec
in M
800
30
1.81
54
68
1200
30
3.26
98
81
1600
30
5.04
151
94
Men is dus in staat voor elk voorkomend geval ten naaste bij
te bepalen:
le den schootshoek, gereduceerd voor den terreinhoek,
2e de hoogtecorrectie p cos r sin t, en
3e de breedtecorrectie p sin r.
De factor p wordt nu als een betrekkelijke constante beschouwd
en wel gelijk 68°/0o (zie voorgaand staatje) voor de afstandengroep
van 500 tot en met 1100 M, gelijk 81°/oo voor de groep 900 tot
en met 1500 M, en gelijk 94°/00 voor de groep 1300 tot en met
2000 M, tegen welke aanname in het geheel geen bezwaar kan
496
V
in o/oo tg