Het Japansciie Leger en de Vloot in 1915. [April 1916. schaffen, welke zelfs de alles behalve verwende Japanner niet ont beren kan. Lofreden op soberheid en eenvoudige levenswijze wor den te dikwijls gehouden, dan dat zij nog veel uitwerken en het eenige middel om deze belasting van de meestal arme familiebetrek kingen der dienstplichtigen op te heffen, verhooging van de soldij, zal wegens geldgebrek voorloopig niet toegepast worden. Een ander nadeel is, dat de dienstplichtigen door hun verblijf onder de wapens hun oorspronkelijk bedrijf meermalen verleeren, waardoor de tegenzin van de arme klassen der bevolking voor den militairen dienst nog vermeerdert. Voorts hebben de zware dienst en onverstandig optreden van officieren en onderofficieren 1 ten gevolge, dat cok de meer ontwikkelde en welgestelde klassen tegen het vervullen van den dienstplicht op zien. Een hoogst ergerlijke misstand, welke natuurlijk niet zonder in vloed blijft, is de onvoldoende verzorging van in dienst verminkte militairen. De onderstand, dien dezen ontvangen, is zoo gering, dat zij in vele gevallen hun familiebetrekkingen, die het toch al niet breed hebben, tot last zijn of hunne verdere levensdagen in nijpende armoede doorbrengen. Een en ander geeft aanleiding tot pogingen om zich aan den dienst te onttrekken. In de gewone bijeenkomst met de provinciale gouverneurs in April 1.1. wees de minister van oorlog er op, dat het aantal van deze pogingen toeneemt. Gevallen van zelfver- wonding om afgekeurd te worden, zijn niet zeldzaam. Hoewel voor het tegenwoordige nog niet van veel beteekenis, kunnen deze verschijnselen mettertijd van ernstigen aard worden. Het legerbestuur is zich zeer goed bewust, welke de oorzaken van het kwaad zijn, doch geldgebrek belet het nemen van afdoende maatregelen tot verbetering van de belangrijkste der hierboven genoemde misstanden. In het leger zelve hebben de zware dienst en onverstandig optreden van officieren dikwijls een bedenkelijken invloed op de stemming der manschappen, welke zich nu en dan uit in zelfmoor den, waartoe Japanners overigens spoediger dan Westerlingen (1) Hiermede wordt niet bedoeld, dat onverstandig optreden van officieren en onderofficieren een algemeen of zelfs maar een veelvuldig voorkomend verschijnsel is. 411

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 35