April 1916.]
Het Japansche Leger en de Vloot in 1915.
ook om voor het oorlogsmateriëel geschut, draagbare wapenen en
munitie - dat Japan uit den aanwezigen voorraad aan Rusland
verkocht had, nieuw aan te maken. Gedurende de beraadslagingen
over de begrooting in de begrootingscommissie van de Kamer van
afgevaardigden, werd den 13den December namens den minister
van oorlog medegedeeld, dat tot dusverre voor een bedrag van
60.594.700 yen, waarvan 20.954.600 yen gedurende het vorige be-
grootingsjaar (1914—1915), aan oorlogsmateriëel verkocht was.
Hierbij moest nog 19.478.400 yen gevoegd worden, zijnde de op
brengst van den verkoop van wollen kleedingstukken, schoenen,
enz Vele leden konden zich niet met den verkoop op groote
schaal van oorlogsmateriëel vereenigen, daar vervanging van de
verkochte hoeveelheden veel tijd eischt en het leger dus een groot
deel van zijne uitrusting in geval van nood missen zou. Uit het
antwoord van den minister van oorlog bleek, dat de militaire werk
plaatsen in staat zijn 50.0C0 geweren per maand af te leveren;
over den aanmaak van geschut en andere krijgsbehoeften liet Zijne
Excellentie zich niet uit, maar het is duidelijk, dat het geruimen tijd
duren zal, eer het Japansche leger zijne geheele geschutuitrusting
op de oorspronkelijke sterkte aangevuld heeft, te meer, daar het
thans geheel op zijne eigen hulpbronnen aangewezen is. Eenig
gevaar voor Japan kan hierin niet gelegen zijn en de verkoop van
geschut tegen zeer hooge prijzen verschaft eene zeer voordeelige
gelegenheid om het materiëel der zware artillerie, overeenkomstig
de ervaringen in den thans woedenden oorlog, te vernieuwen. Reeds
wordt gesproken van nieuw model belegeringgeschut, dat naar het
4de jaar van Taisho (I9U) genoemd zal worden. Bijzonderheden
daaromtrent zijn nog niet bekend.
Waar dus zoowel voor Rusland als voor Japan tegelijk gewerkt
moet worden, is het duidelijk, dat niet alleen de uitvoering der
aangenomen bestellingen veelal vertraagd werd, doch dat nakomende
bestellingen, tot groot ongerief van Rusland, niet aangenomen kon
den worden. Een en ander gaf aanleiding tot veel overleg tusschen
de Russische vertegenwoordigers en het Japansche ministerie van
oorlog, maar het vraagstuk schijnt nog niet opgelost te zijn. Wel
werd overwogen de oprichting van eene groole fabriek door eenige
(1) Rusland betaalt in Japan veel meer dan in Amerika.
414