April 1915.1 Het Japansche Leger en dé vloot in 1915.
Hoewel langzaam, gaat het inheemsche ras, zoowel in hoedanigheid
als in hoeveelheid, gestadig vooruit; de bereden wapens zijn in tijd
van vrede over het geheel genomen, zeer dragelijk geremonteerd en
de uitbreiding van de cavalerie en de veldartillerie ten gevolge van
de oprichting van de 19tle en de 20s*e divisie zal geen bijzondere
moeilijkheden veroorzaken. In geval van mobilisatie zal het leger
zich wel met een groot aantal minderwaardige paarden moeten be
helpen, maar het is op den goeden weg tot verbetering. Het Japan
sche legerbestuur ondervindt in den tegen woordigen oorlog de goede
gevolgen van zijn besluit om zich ook, wat paarden betreft, van het
buitenland onafhankelijk te maken door het leger uitsluitend in het
binnenland te remonteeren.
Zooals in de meeste Oostersche landen bestaat ook in Japan een
vooroordeel tegen castreeren, hetgeen een nadeeligen invloed op de
uitkomsten van de fokkerij heeft. Dit begrijpende, heeft de re
geering het voor castreeren uitgetrokken bedrag, 40.000 yen voor
het komende dienstjaar tot 180.000 yen \;erhoogd.
De UIool.
De nieuwe slagkruisers Haruna en Kirishima werden in April op
geleverd en in Mei in dienst gesteld. Volgens mededeeling van den
Minister van Marine in de Kamer zou bij de Kirishima 74 °/0 van de
kosten aan materialen van Japanschen oorsprong besteed zijn
Het nieuwe slagschip Fuso, gebouwd op de rijkswerf te Kure werd
in October in dienst gesteld.
Het op de rijkswerf te Yokosuka in aanbouw zijnde slagschip
Yamashiro liep den 3den November van stapel. Den 2den Decem
ber 1913 was met den bouw een aanvang gemaakt.
Het slagschip Ise werd in April op de Kawasakiwerf te Kobe od
stapel gezet.
Het slagschip Hyuga werd den 6den Mei op de Mitsu Bishi-werf
te Nagasaki op stapel gezet.
Blijkens de reeds vermelde mededeeling van den minister van
marine wordt verwacht, dat de Yamashiro in Februari 1917 de Ise
in December 1917 en de Hyuga in April 1918 gereed zullen'zijn
De tien jagers, waarvoor de gelden in de derde buitengewone zitting
van den rijksdag van 1914 toegestaan waren, werden in November
422