April 1916.]
De Gemengde Compagnie.
ling goede Inlandsche soldaten gevormd worden. (Zie ook voorbeel
den in het debat over het artikel „Kromo buiten" van Asymptoot)
Bedoelde meerderen geven: le. Een goed voorbeeld, daar ze aan
voerders zijn. 2e. Hun ontwikkeling en ervaring leerden hen veel van
het gedachtenleven van den Inlander, waardoor zij dezen zoogoed
mogelijk konden opleiden (opvoeden).
Resumeerende: de Europeesche en Amboineesche soldaten kunnen
invloed uitoefenen ter verbetering van de Inlandsche soldaten, door
het geven van goed voorbeeld „zonder meer". Deze Inlandsche
soldaten kunnen goede prestatie zien, begrijpen en verrichten eerst
door en na eene opleiding van bovenbedoelde meerderen.
Indien afdeelingen goede Inlandsche soldaten slechts gevormd
worden, indien deze opgeleid worden door meerderen met boven
genoemde eigenschappen, dan geeft de individuëele invloed van de
Europeesche en Amboineesche militairen op de Inlandsche het
voorbeeld zonder meer, zie ad. A. bij de tegenwoordige indeeling
geen noemenswaardige verbetering. Integendeel deze vermeerderen
hun soldateske eigenschappen niet; terwijl gene langzamerhand min
der goed werk verrichten door de voortdurende aanwezigheid van
de vele minder goede soldaten.
Van de oorspronkelijke landaardcompagnieën gaven die, bestaan
de uit Atnboineezen en Europeanen, eveneens een goed voorbeeld.
In de bataljons samengesteld uit 2 Inlandsche, 1 Europeesche en
I Amboineesche compagnie, zagen de Inlanders eveneens goede
oefeningen; meer dan dat: deze goede verrichtingen, door een massa
uitgevoerd, maakten grooter indruk dan het voorbeeld van den en
keling in de tegenwoordige gemengde afdeelingen Toch was de
invloed van het voorbeeld van die massa niet groot. Daar gecombi
neerde oefeningen a. d. z. velddienstoefeningen 'en gesloten exercitiën
op één terrein, weinig gehouden werden, zagen de Inlanders de goede
oefeningen zelden langdurig. Daardoor gaf de indruk van die massa,
evenmin resultaten, als de meergenoemde indruk van den enkeling
in de tegenwoordige gemengde compagnie.
M. i. kan alleen eene vereeniging der goede soldaten in massa
mits beter toegepast dan vroeger vele minder goed bruikbare
soldaten tot goede vormen, indien men hen „dwingt" zich te be
teren. (zie ook ad. A.)
428