[April 1916.
In de conduite van een officier moet ingevuld worden, of hij
rang en stand naar behooren ophoudt en of hij zich een beschaafd
intérieur heeft geschapen. De vraag stellen is tevens haar voor
menigen jeugdigen, gehuwden makker ontkennend beantwoorden.
Pas 9a heeft indertijd in de Loc. een natuurgetrouwe, zij 't ook zeer
droeve schildering gegeven van het intérieur van zulk een jongen
makker. Het was niet overdreven, al was het diep-treurig. Er is voor
deze ongelukkigen en werkelijk en waarachtig: er zijn er zóó,
méér dan de buitenwereld dikwijls weet maar één redmiddel 0111
uit de beeren en de zorgen te komen„naar buiten" gaan. Doch
zie boven. En dan ook, er is niet altijd plaats.
Hierboven heb ik 't geheele verschijnsel in enkele lijnen aange
geven. Doch wie hierover eens iets dieper nadenkt, zal inzien,
dat hiertegen werkelijk maatregelen noodig zijn.
„Meer traktement", propagandeert de officiersvereeniging, hoewel
dit lichaam een dergelijke propaganda aanvankelijk heftig ontkent.
Maar was de eerste vereenigings-cfaad niet een enquête om te ge
raken tot loonsverhooging? Of waartoe dient die waschlijst anders?
Maar ik zie werkelijk niet in, waarom een gansch jeugdig tweede
luitenant, een apprenti in z'n vak, op grasgroenen leeftijd recht zou
hebben op een hooger traktement dan het hierboven genoemde. Al
geef ik gaarne toe, dat het ondoenlijk is om van dit inkomen met
vrouw en kind behoorlijk volgens rang en stand te leven. Maar
dan wordt er maar niet getrouwd. Max O'rell zegt ergens, dat,
in een goed huwelijk de leeftijd van de vrouw de helft van die
van den man plus zeven moet zijn. Gegeven een tweede luitenant
van één en twintig jaar Trouwens in „Sa Majesté 1'Amour"
zijn meer behartenswaardige wenken te vinden, 't Moest op de
Academie onder de boekenschat van 't jongste jaar worden opge
nomen.
Doch er is m. i. een ander middel. Men bepale, dat ieder trouw
lustig luitenant, die minder dan zes dienstjaren heeft;
le. zijn huwelijkscontributie contant en ineens moet afbetalen;
2e. een bewijs overlegt (dit moet dan nader geregeld en om
schreven worden, zoodat het niet wordt een vage formaliteit zon
der zekerheid, gelijk de korte jas met het bankje in de achterzak)
een bewijs, dat hij geen cent schuld heeft;
3e. tenminste f 1500 bezit om zich behoorlijk in te richten;
437