De SCHIETOPLEIDING.
[April 1916.
Alif verwerpt de nieuwe methode omdat bij de opstelling
van den vijand achter dekkingen in de eerste plaats schutters
vereischt worden die juist richten. Maar waar Alif in 1. M. T. 1915
No. 9 er in geslaagd is overtuigend aan te toonen, dat een aan-
slagschutter tevens een uitnemend juistheidsschutter is, kan hij dit
toch moeilijk aanvoeren als een motief tegen de nieuwe methode?
2e als het er op aan komt een versneld vuur af te geven, daartoe
beter in staat is dan de schutters der oude methode, terwijl
3C de kans bestaat, dat in ernstige oogenblikken de werktuiglijke
aanslag zijn voordeelen zou blijken mede te brengen.
Alif stelt zich voor door een intense schietopleiding en een strenge
vuurdiscipline onzen schutters te leeren hun zenuwen te beheerschen.
Dat stel ik me ook voor, althans zooveel als maar mogelijk is en
ik geloof niet, dat de nieuwe methode daaraan in den weg staat.
Dit ziet Alif somberder in: „De Fabius-methode kweekt slappe
schutters, die overtuigd, dat ze hun zenuwen en hun denkvermogen
toch niet machtig zullen zijn (want dat heeft men hen voorgehouden)
elk vertrouwen in zich zeiven zullen missen en tot de schiet-maar-
raak methode vervallen.
Uit Alif's voorbeeld blijkt zulks voorloopig niet; integendeel, bij
een beoordeeling van af het oude standpunt (geen tijddwang) bleek
de gelijkwaardigheid der aanslagschutters met de hengelaars
althans voor de vredesschijf. Alif meent dus waarschijnlijk, dat ondanks
dit bemoedigende feit op, het gevechtsveld de funeste invloed der
nieuwe methode zou blijken.
Ziet, wanneer de nieuwe methode verdedigd wordt door er op te
wijzen, dat de mensch in dringend gevaar niet meer in staat is tot
richten, dan meent Alif, dat de soldaat in het gevecht niet dat rede-
looze, onder den invloed van zenuwen handelend wezen is, dat
Fabius ons schildert. Maar komt het te pas om de nieuwe methode
af te breken, dan schildert hij ons even redelooze wezens, die tot
de schiet-inaar-raak methode vervallen. Wat de geweldige invloed
van het gevaar niet zou vermogen, verwacht Alif alleen reeds van
een verschil in de schietopleiding.
En wie gaat nu den menschen hun zelfvertrouwen ontnemen, door
Met hengelaars bedoel ik niets geringschattends, ik gebruik het om
omschrijvingen te vermijden.
441