De SCHIETOPLElDING. [April 1916. Hoogstens zou een tegenstander spijt kunnen hebben over de z.i. nutteloos aan den aanslag besteedden tijd. Het is zoo moeilijk de nieuwe methode juist te waardeeren, waar de voordcelen er van eigenlijk eerst in een ernstig gevecht zouden moeten blijken Toch geloof ik, dat ook op het schietterrein een deel (volgens de voorstanders het minst belangrijke) dier voordeden kan uitkomen. Indien mogelijk, late het legerbestuur eens twee afdeelingen oplei den resp?ctievelijk volgens de nieuwe en de oude methode Die opleiding zou niet te kort mogen zijn, aangezien de aanslagschutters, behalve de geheele leerstof der juistheidsschulters, bovendien nog die voor den aanslag moeten doorloopen. Na africhting late men dan proeven houden in den geest van de volgende: 1° een gezamenlijk vuur uit de vrije hand, waarbij door ieder schutter een bepaald aantal patronen wordt verschoten, zonder eenige tijdsbeperking. De beoordee'ing geschiedt onverschillig naar trefferprocent of naar procent getroffen figuren. 20 een gezamenlijk vuur uit de vrije hand, waarbij in een bepaald aantal seconden een onbeperkt aantal patronen verschoten wordt. De beoordeeling geschiedt niet naar trefferprocent, doch naar het procent getroffen figuren. Ik wijs er hier nog eens op, dat een beoor deeling naar trefferprocent onbillijk zou zijn De tegenstanders vervallen veelal in de fout van een tijdvuur even hooge trefferprocentcn te ei- schen als van een langzaam vuur. Maar nu gaat het er niet om het hoogste trefferprocent te halen, maar 0111 in een korten tijd (b. v. tijdens een sprong) zooveel mogelijk vijanden buiten gevecht te stellen. Deze oefening gaat dus van de veronderstelling uit, dat er voldoende munitie is en in dit geval het verbruik van wat meer of minder geen gewicht in de schaal legt. 3° Als ten lo, maar thans na den troep door een paar honderd meter looppas danig te hebben vermoeid. 4e Als ten 20 na den troep op dezelfde wijze te hebben vermoeid. 5e Als ten to maar thans gedurende den nacht. 6e Als 2c gedurende den nacht. Het is altijd gevaarlijk zich aan voorspellingen te wagen, maar ik geloof toch wel, dat het resultaat zou uitwijzen bij le, beide afdeelingen schieten even goed. bij 2e, de aanslagschutters treffen meer schijven. 443

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 67