De Spaansche Vesting-Artillerie bij Santiago de Cuba. [April 1916.
Vóór de vóórstelling, op de San Juan hoogten, werd een nog
b.tere stelling gevonden en voorbereid. Aan het slot van eene
beschrijving daarvan zegt Kunz: „Die Spanier hatten also grosse
Vorteile". Toch is niet recht duidelijk, welke bedoeling zij hadden
met de verdediging van deze stelling, omdat zij slechts een klein
deel van hunne strijdkrachten daarvoor gebruikten en daarmede
nog wel den slag van San Juan leverden. Niet meer dan 720
man en een paar lichte marinekanonnen namen aan den strijd deel.
Voor het marinegeschut golden de bezwaren, die een mobiel maken
van het vestinggeschut in den weg stonden, blijkbaar niet, hetgeen
wel meer in de krijgsgeschiedenis is vertoond. Hoewel de marine
in het geheel niet bestemd is voor den landoorlog, wist zij steeds
de voor haar ongetwijfeld groote moeilijkheden te overwinnen en
werkzaam aan de krijgsverrichtingen deel te nemen (o.a. in den Boe
renoorlog en bij het beleg van Port Arthur).
Vóór en uitwaarts van de stelling van San Juan bevond zich het
stadje El Caney, dat eveneens door de Spanjaarden werd bezeten
wel met 587 man zonder geschut.
Nu in het kort het verloop der operatiën te land.
Den 22en Juni werd met de landing begonnen en wel te Baiquiri.
De 300 aldaar gelegerde Spanjaarden trokken zonder weerstand te
bieden terug, zoodat de landing geen moeilijkheden ten gevolge van
vijandelijkheden ondervond. Toch heerschte daarbij de grootste
wanorde. Niets was geregeld. Zwartkijkers, die bij ons in het
Indische leger alles even slecht vinden en bij den B. V. niets dan
goeds aannemen, bevelen wij dringend de lezing aan van de be
schrijving van wat zich daar bij Baiquiri afspeelde. Het was voor
een actief verdediger om van te watertanden.
Nadat de eerst gelande afdeelingen langs de kust naar Siboney
waren gemarcheerd, werd verder deze plaats voor de landing ge
bruikt en stond eindelijk den 25en Juni bijna het geheele landings
korps op den wal. Zonder beteekenenden weerstand te ontmoeten
wisten de Amerikanen hunne troepen zoover in de richting van
Santiago te brengen, dat zij den 30en Juni gelegerd waren aan den
weg van Siboney naar San Juan met de voorposten 1 K.M. ten
W. van El. Pozo (eene verwoeste hoeve) en zoo, dat den volgenden
dag de stelling bij San Juan kon aangevallen worden.
385