April 1916.1 Overzicht van Nedërlandschf. militaire Tijdschriften.
4e. Bij een zijspan-sectie kan de mee te voeren muniiie-voorraad
vergroot worden.
5?. Een zijspan-sectie is bij aanschaffing minder kostbaar dan
een motorsectie.
Na vermelding van deze conclusiën geeft S. aan, hoe naar zijn
meening de inrichting van het vervoermiddel en van de aiiuit,
alsmede de samenstelling der sectie zal behooren te zijn.
Alsnu volgt een „Paarden-gesprek", waarin X een paar paarden
een praatje laat houden over het veranderen van een behoorlijken
paardenstaart in een scheerkwast.
Deze, van een paardenstandpunt beschouwd onhebbelijke gewoonte,
wordt door Bles en Vos ten strengste afgekeurd.
Alvorens hun praatje te eindigen vraagt Vos nog aan Bles, die
toevallig van een valiede paard sprak, wat hij daarmede bedoelde.
Een valiede paard, zegt Bles daarop, is een paard, dat de men-
schen niet ziek hebben kunnen maken.
De le. luit1, der artieJ.H. Westerveld geeft eenige beschouwingen
„Over Inlichtingsofficieren."
S. meent, dat, naarmate de noodzakelijkheid van innige samen
werking tusschen de artillerie en het hoofdwapen meer algemeen
wordt erkend, ook een meer juiste opvatting van de taak van den
inlichtingsofficier wordt verkregen.
Er kan, zoo zegt S., in den tegenwoordigen tijd geen sprake van
zijn, om inlichtingsofficieren met de cavalerie of met de voorste
infanterie-afdeelingen vooruit te zenden. Daar marcheeiende,
komen zij slechts zeer gebrekkig op de hoogte van de algemeene
resultaten der eigen verkennende afdeelingen en nog veel minder
van de plannen van den A. B.
Hoewel terzake nog niet beschikt wordt over betrouwbare gege
vens uit dezen oorlog, meent S., dat het hooge percentage verliezen
onder Afd. Cn der artie en hunne adjudanten (Duitschland) wel
aantoont de hooge waarde, welke daar aan een persoonlijke ver
kenning door die commandanten wordt toegekend.
Waar S voor het onderwerpelijk doel aanhaalt, welke bepalingen
het Fransche, Duitsche en Nederlandsche voorschrift bevat moge
hier tevens verwezen worden naar het „Voorloopig gevechtsvoor-
schrift der Bereden Artillerie", Inleiding sub VI. (zie ook punt 107,
tweede alinea).
Tot slot van deze aflevering het overzicht van „De öroote
Europeesche Krijg".
456