Overzicht van eënioe Buitenlandsche Tijdschriften, f April 1916. val is zeer zeker aan groote superioriteit van de nieuwe aanvalsmid delen toe te schrijven, waarbij de Zwitser weer zegt: „Nous pouvons nous féliciter de n'avoir pas dépensé notre argent pour construire a nos frontières des forteresses que l'envahisseur aurait pu détruire en cinq jours." Antwerpen valt, eenmaal aangevat, even snel als Namen; waar niet bekend is, waarom de Duitschers de vesting zoo lang (5 weken) met rust lieten, valt niet te zeggen of de vesting, zooals zij bestond, wellicht op dit tijdsverloop invloed heeft uitgeoefend en daardoor „gewerkt" heeft, zoodat niet te concludeeren valt, of Antwerpen al dan niet nuttig effect gesorteerd heeft. De schrijver voelt niet veel voor centrale reduits, toch zegt hij: „Le fait que le iéduit central d'Anvers, une fois sérieusement atta qué, n'a tenu que quelques jours, semble nous donner raison. Le fait que l'armée beige, maigré son infériorité, a pu s'y maintenir plus de six semaines, du 2D aout au 7 octobre, semble'nous donner tort. Si vraiment les Allemands ont eu besoin de la période du 20 aout au 27 septembre pour préparer le bombardement d'Anvers, alors le réduit central a fait son devoir, et il serait fort a souhaiter que nous en ayons un en Suisse. Mais si, comme cela semble assez problable, le délai des Allemands est dü en bonne partie a d'autres causes, alors l'utilité du camp retranché devient probléma- tique et nous pouvons nous consoler facilement de ne point en avoir. Nous manquons aujourd'hui des éléments nécessaires pour résoudre définitivement la question." Het volgende artikel is getiteld „Les mitrailleuses et 1'infanterie". De schrijver geeft een overzicht van de indeeling dier wapens in eenige rijken voor den oorlog en veronderstelt, dat daarin thans wel wijziging gebracht zal zijn of worden. In Zwitserland was deze indeeling 1 groep van 3 compagnieën a 4 mitrailleurs per divisie en 1 compagnie a 8 mitrailleurs per cavaleriebrigade, d. i. nog niet 1 mitrailleur per Bataljon en per eska dron, thans zal dit worden opgevoerd door per regiment infanterie een compagnie van 6 mitrailleurs toe te voegen, zoodat per Bataljon ongeveer over 3 mitrailleurs beschikt zal kunnen worden. Vervolgens geeft de schrijver beschouwingen over het gebruik, zoowel van mitraiileurafdeelingen, als van infanterie-mitrailleurs, waarbij nog eens de nadruk gevestigd wordt op het opsparen der vuurkracht tot de korte afstanden, waartoe de schrijver b. v. aan beveelt in stellingen de mitrailleuremplacementen zoo te kiezen, dat alleen flankeerend vuur kan worden afgegeven, frontaal vuur uit gesloten is. Lezenswaard zijn schrijvers beschouwingen over de samenwerking titsschen infanterie en mitrailleurs. Hij spreekt van een liaison 4f»3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 87