April 1916.J Overzicht van eenIge BuitënlandscHe Tijdschriften. verticale en een liaison horizontale, de eerste is natuurlijk, die in de hiërarchieke lijn, de laatste die tusschen de onderdeelen. Gezamenlijk oefenen van infanterie en mitrailleurs is een nood zakelijkheid, welke niet vaak genoeg kan plaats vinden; bij de mitrailleurs wordt daardoor bovendien de neiging om de techniek te veel op den voorgrond te stellen gefnuikt. Een deskundige ooggetuige vertelt in het volgende artikel het een en ander over loopgraven, hindernissen en hunne verdedigers. Hij begint als volgt: „Deux ans se sont écoulés depuis que les Etats-majors européens prescrivaient de nouveaux règlements sur la fortification du champ de batailleet jamais règlements, synthèse des expériences japonaises, n'ont subi plus ample et prompte application." En bij ons, vragen wij ij De schrijver vraagt, of de praktijk de theoriën bevestigd heeft. Indien de oorlog wijziging in de tactiek gebracht heeft, dan zul len ook wijzigingen in het hulpmiddel van de tactiek, dat verster kingskunst heet, noodig blijken. De schrijver geeft beschrijvingen van de loopgraven, alsmede van de wijze waarop zij geleidelijk ontstaan. Van rechte lijnen geen sprake, van eenvormigheid in dekkingen evenmin. Zware dekkingen, algemeen gebruik van schietsleuven, geen arm- steunvlak, geen nissen en schuilplaatsen aan de vijandelijke zijde der ingraving, doch in de andere zijde, lager dan den bodem van de loopgraaf, ingebouwd. De mitrailleuropstellingen zijn ingericht voor flankeerend vuur en voorzien van een horizontale dekking van zware eikenplanken, steenen en grond met een totaal dikte van 80 c.M. (men zie in dit verband de vorige aflevering 1. M. T. door G.) Schijndekkingen zag de ooggetuige niet aan het Fransche front. Bosschen spelen als van ouds een groote rol, zoowel als sluier, als als steunpunt. De ijzerdraadversperringen zijn in 3 rijen aangelegd 2 van 12 a 18 M. breedte van prikkeldraad, gescheiden door de 3de rij van hoepels van ijzerdraad. De totale breedte bedraagt ICO M. Is men dicht op den vijand gekomen, dan is uiteraard van het aanleggen van ijzerdraadversperringen geen sprake meer en volstaat men met friessche ruiters vooruit te schuiven. Vervolgens deelt de schrijver nog het een en ander mede over den mijnaanieg, alsmede over de Fransche troepen, die hij zag. De aflevering bevat verder een Zwitsersche en een Amerikaansche kroniek. De laatste handelt weer eens over het oude thema legerreorgani- satieplannen in de V. S. 464

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 88