April 1916.] De Spaansche Vesting-Artillerie bij Santiago de Cuba.
Den len Juli had het eerste (en laatste) belangrijke gevecht plaats.
Terwijl de hoofdmacht zich onder groote terreinmoeilijkheden tegen
over de San Juan stelling ontwikkelde, zou eene divisie El Caney
vermeesteren. De aanval op dit stadje was zoodanig voorbereid,
dat zij reeds bij het aanbreken van den dag kon beginnen. De
batterij, die haar zou ondersteunen, opende om 6.15 v.m. het vuur.
Urenlang duurde het vuurgevecht, waarbij 2320 Amerikanen tegen
over 587 Spanjaarden stonden. Vuuroverwicht werd nog niet
verkregen. Eerst om 3 uur n.m., nadat de voorste linie lang
zamerhand versterkt was, werd de stormaanval ondernomen, doch
niet voor 3n.m. was het pleit beslecht. De aanvalstroepen telden
5500 man, waarvan ten slotte 4030 man aan den werkelijken
strijd deelnamen.
De hoofdmacht trad in werking onder steun van eene batterij
bij El Pozo, welke echter reeds spoedig door het marinegeschut
in de San Juan stelling tot zwijgen werd gebracht. De aanvallers
waren twee divisiën sterk, samen 7750 man en hoewel zij nog
eene batterij in stelling brachten en de eerste batterij na eenigen
tijd het vuur weder opende, begon bij één der divisies om 12
uur 's middags de toestand zeer bedenkelijk te worden. Het geheel
kwam niet meer vooruit. Gelukkig echter voor de Amerikanen wist
Roosevelt om 12H n m. door een uit eigen initiatief ondernomen
en goedgeslaagden storm met zijn roughriders wat verademing te
brengen. Het duurde echter nog tot 2 uur n.m. voor de geheele
stelling, welke door 723 Spanjaarden werd verdedigd, geheel in
handen der Amerikanen was. Aan e^ne vervolging viel niet te denken,
de verliezen der aanvallers waren groot en vermoeienis en gebrek
beletten elk verder vooruitdringen.
In den loop van den dag werd nog een demonstratie gehouden
door eene Amerikaansche afdeeling van 90C man, die van
Siboney langs de spoorbaan in de richting van Santiago marcheerde
en daarbij door vuur van de vloot gesteund werd. Bij de spoor
brug over de San Juanrivier stuitte zij op eene kleine troep
Spanjaarden (20 man) en keerde weder naar Siboney terug.
De gevechten op den len Juli hadden de aanvalskracht der
Amerikanen gebroken. De A B. wenschte den terugtocht te aanvaar
den, doch een der jongere generaals wist hem te bewegen nog 24 uur
te wachten, van welk plan telegrafisch aan de regeering in Amerika
386