Mei 1916.] Over de Schiet-methode. schijf met rompen, waarbij de man dus zijne fouten in de hoogte moet leeren beperken. Eerst als de man bij het schieten schot voor schot blijken geeft van een vrij goed aanslag-schot, kan het aan elkaar koppelen van 2, later 3 schoten worden beoefend, waarna men tot het 5-patronen- vuur kan overgaan op ellipsschijf en op de strookschijven. Op deze wijze worden hier de menschen opgeleid en herinner ik me goed, dan wordt aan de schietsschool ook zoo geoefend. Natuurlijk wensch ik nog veel meer verbeteringen in het S. V., doch ik stipte een der belangrijkste zaken aan. Eaat in onze scherpschutters-proef geen houding worden voor geschreven, doch bepaald worden houding naar keuze (mits niet staande). De liggende houding is de moeilijkste om den aanslag te leeren, eischt daarom veel oefening. Heeft men daarin den aanslag goed geleerd, dan zal men echter in deze houding het liefste schie ten, omdat beide ellebogen steun vinden. Hier zijn slechts 3 men schen, die bij een oefening houding naar keuze aan de knielende houding de voorkeur geven, de overigen prefereeren de liggende. Toch worden de andere houdingen niet verwaarloosd. Daarom is het zoo ontmoedigend, dat men bij de scherpschuttersproef juist de houding, die de meeste inspanning heeft geeischt om er in te leeren schieten, niet mag toepassen, terwijl het toch de houding is, waarin men het minst trefkans biedt. Om te voorkomen, dat dit epistel te lang zal worden en daardoor voor plaatsing minder geschikt, wil ik eindigen. Hoofddoel was naast het ongunstige beeld van de verkregen resultaten door Alif opge hangen, de op Curacao gehaalde uitkomsten te stellen en als vurig voorstander van de juist-snelle-aanslag-methode krachtig op te komen tegen den door Alif geuiten wensch om terug te keeren tot de oude schietwijze, zooals men dit volgens Alif, in Nederland heeft gedaan. Curacao 19 Januari 1916. H. W. L. van Meeuwen. le Luit. Inf. 520

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 58