Uit de Praciijb. Grijsgroene Kleeding. Er is meer. Wie zien er hier onder het kleerendragend publiek viezer en onoogelijker uit dan een troep militairen in de grijsgroene tenue, terugkomende van een exercilie, waarbij de noodige zweet- deelen zijn gelaten. Zoolang het transpireeren onder de wapenen nog niet is verboden, zal de gr. gr. uniform zeker geen reclame zijn voor ons Indisch Leger. Wat zegt onze veel geraadpleegde vriend „Hoogeboom en Pop" in het hoofdstuk Kleeding en Uitrusting? Luistert. „De kleeding behoort zonder de bewegingsvrijheid van ledematen „of hoofd in het minst te belemmeren, den infanterist te beschermen „tegen de invloeden van het klimaat en de veranderlijke weersge steldheid. Zij moet dus doelmatig zijn, voldoen aan de door de hy- „giëne gestelde eischen en bovendien sierlijk, goedkoop en nationaal „zijn." In hoeverre voldoet onze gr. gr. uniform aan deze eischen? Zeker, onze gr. gr. uniform is goedkoop en de bewegingsvrijheid laat niets te wenschen over, als de grondstof maar niet te veel krimpt (wat veelal het geval is bij nog niet gewasschen kleeding), maar is ze nationaal, is ze sierlijk, beschermt ze tegen de invloeden van het klimaat en de veranderingen der weersgesteldheid? De „nationaliteit" in het midden latende, geloof ik niet, dat Jan fuselier, in zijn gr. gr. pakean er in sierlijkheid op vooruit gegaan is; als hij 't maar eenigszins doen kan, flaneert hij liever in zijn sergenkleeding langs 's Heeren wegen, liever dan in zijn versch gewasschen en ongestreken gr. gr. plunje de lachlust der schoone sexe op te wekken. Over de hygiënische bruikbaarheid is het oordeel niet unaniem gunstig. Het mag als bekend worden aangenomen, dat katoen eenmaal nat geworden, gemiddeld een dag noodig heeft om kurkdroog te worden; de zon doet er zoowat 4 uur over. Wan neer dus militairen op patrouille of op marsch door transpireeren, door waden van kali's of door regen met natte kleeren in het bivak aankomen, dan zullen de resteerende middaguren en de daaropvol gende nacht niet in staat zijn.de natte kleeding voldoende te dro gen. De man trekt er dus 's morgens bij afmarsch met een vochtig, om niet te zeggen nat pak, op uit, wat zeker niet bevorderlijk is voor zijn gezondheid. In het gunstigste geval heeft de man nog een tweede stel gr. gr. kleeding bij zich, in zijn veldzak geborgen; dat 445 >»■- 1. M. T. 1016. 29.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 69