Uit de Practijk. [April 1916.
Zeker zal deze verandering in uitrusting van den man geldelijke
offers eischen, doch zij zal de hygiëne en dus ook de slagvaardigheid
van het Leger ten goede komen. Ook de sierlijkheid zal er door
gebaat zijn, wat mede ten goede komt aan de werving.
Rut.
Bet Scbietterrein te Tjipatat.
Gewoonlijk luidt de beoordeeling van onze Indische terreinen voor
gezamenlijke schietoefeningen niet erg gunstig.
En ten deele terecht.
Laten we bijv. Tjipatat behandelen. Madja zal ook wel dezelfde
nadeelen hebben.
De bezwaren zijn o. a., dat wij, militairen, voor deze zoo hoogst
noodzakelijke oefeningen maar noode geduld worden op Gouver
nementsterreinen of liever terreinen, die van het Gouvernement
dienden te zijn.
Uit Bendoel zijn we door een nieuwe theeaanplant verdrongen;
te Madja verblijven we bij de gratie van de eigenaren van het land
Tjikandi Oedik; en te Tjipatat?
De terreinen, als schietbanen aangeduid, zijn voor het grootste
gedeelte reeds beplant. Eiken dag verrijzen er nieuwe bordjes met
„Verboden toegang" op n. b. militair terrein.
Verder mag er geen nachtelijk vuur gehouden worden en zelfs
kan het vuur op baan 2 niet voor 7 uur 's morgens beginnen, om
dat de zoon van den fortwachter naar school moet
Het grootste bezwaar is echter voor velen, de oertoestand op
het gebied van gezamenlijke schietoefeningen waarin de banen
verkeeren.
„Hadden we de Harskamp maar hierl" luidt de verzuchting.
En toch gaat dit bezwaar niet op. Wij verkeeren in dit opzicht
zelfs in een bevoorrechte positie.
Gewoonlijk komen de compagnieën voor 8 dagen in een schiet-
bivak. Alzoo zijn er 6 dagen voor gemiddeld 6 schietoefeningen.
Als we nu per dag 2 oefeningen schieten, zijn we in 3 dagen
klaar en resten ons de 3 andere dagen
Deze dagen kunnen we gebruiken, om, zooals we het ons zelf
wenschen, het schietterrein voor ons in te richten.
Er wordt dan n. 1. om den anderen dag geschoten. Den eersten
1) Een compagnie, die met een nachtelijken opmarsch in de vuurstel-
ling gekomen was, opende bij het aanbreken van den dag het vuur, toen
onder luid protest en geschreeuw, het fortwachterszoontje toegang verzocht
om naar school te mogen gaan.
447