De brandmerken van het Australisch paard. [Mei 1915. ruwe, weinig voor hunne dieren voelende eigenaars en dus vermoedelijk slechte fokkers. De meeste groote fokkers, wien het niet onverschillig is, hoe hunne veulens gefokt zijn en van een en ander registers aanhouden, vergemakkelijken zich die taak door het aanbrengen van nummers, ingebrand hetzij op den linkerwang, hetzij op de linkerrugvlakte, of op den linkerschouder onder den fokbrand. Vooral de nummering op de rugvlakte heeft nog al eens plaats, meestal ziet men dan twee nummers, waarvan het bovenste aan geeft het nummer in het register van den eigenaar, het onderste, hetzij het jaar der castratie, hetzij het geboortejaar. Sommige paarden hebben een staalkaart van brands op de linkerdij; derge lijke dieren worden op het Remontedepot altijd met een zeker wantrouwen in het oog gehouden, want er blijkt uit dat ze her haalde malen verkocht zijn en dus of lastig zijn, of een of ander gebrek hebben. Laat ik er echter bijvoegen, dat ten opzichte van deze opvatting evenveel bewijzen vóór als tegen zijn. Omtrent het nut der brands noor onze remonteering het nolgende: Op een en ander opmerkzaam gemaakt door den Heer Morton, leverancier van het Japansche Leger in 1906, heeft de UIde (Ned. Ind.) Commissie de noodige registers gekocht en over de brands aan het Legerbestuur gerapporteerd. Van af dien tijd dateeren dan ook de periodieke opnamen van de verschillende brandmerken bij de bereden wapens. Het oorspronkelijk doel, namelijk uitzoeken van de brands der paarden, welke als troepenpaarden het beste voldaan hebben, daar van kennis geven aan den leverancier, opdat deze met de fokkers contracten zoude kunnen afsluiten, is, hoe goed ook bedoeld, af gestuit op vele bezwaren. Eerstens was het aantal brandmerken zoo groot, dat slechts een zeer gering aantal als goed konden wor den opgegeven, tweedens heeft het doen toekennen dezer opgaven niet den minsten invloed gehad op de handelingen van den leve rancier. Practisch nut, hoe gewenscht ook, heeft de studie der brands voor de remonteering in het algemeen dus niet gehad; toch is een voortgaan in deze richting nog zeer gewenscht en wel om de volgende redenen. 452

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 15