De (HiIifair=poIitieke toestand nan
China in 1914. (met een kaart).
I. Algemeen onerzicht.
Gedurende het jaar 1913 was President Yüan Shih-k'ai er in ge
slaagd zijne macht gaandeweg te versterken ondanks den tegenstand
der revolutionnaire elementen. Het gelukken van de vijflandenlee-
ning, zonder dat het parlement er in gekend werd, het onderdrukken
van de onlusten in den zomer van 1913 en ten laatste zijne defini
tieve benoeming tot president, onmiddellijk gevolgd door de erken
ning van de republiek door de mogendheden, waren feiten, die er
op wezen, dat thans aan het hoofd der regeering een man stond,
die zoowel de bekwaamheid als de macht scheen te hebben om
orde en rust in China blijvend te herstellen.
Ook na zijne inhuldiging als eerste president der Chineesche
Republiek ging Yüan Shih-k'ai op krachtige wijze voort met de
regeling der binnenlandsche aangelegenheden. Het z.g. parlement,
dat niet veel anders gedaan had dan zijn leden eene ruime gelde
lijke toelage toe te kennen, werd naar huis gezonden en in zijne
plaats trad voorloopig de Tsan cheng yüan, een lichaam, dat, uit
door den president benoemde leden bestaande, tot taak had alle
bestuursaangelegenheden te behandelen, zonder dat echter de regee
ring aan zijne besluiten gebonden was. Ook in de conferentie tot
herziening van de voorloopige grondwet wist Yüan zich krachtig
te doen gelden. Alles te zamen genomen, was hij meer dictator
dan president der jonge republiek.
Gaandeweg werden alle min of meer democratische uitwassen van
de voorloopige staatsregeling verwijderd en de op 31 December
afgekondigde wet op de presidentsverkiezing zette de kroon op dit
werk. Niet alleen bepaalt dezg wet den ambtstermijn van den
president op tien jaar, doch de wijze, waarop de verkiezing van
een nieuwen president geregeld is, maakt, indien de in functie zijnde
titularis zich doet gelden, herkiezing van dezen althans zeer waar-
459