IP irfi Ten einde meer „Timoreezen" in het heger te Herkrijgen. Door mijn verblijf op Timor en Adonara ben ik voldoende bekend geworden met aard en zeden van het aldaar en op de omliggende eilanden Lomblen, Solor, Rotti en Savoe, wonend volkje om de werving in genoemde streken te kunnen aanbevelen; ten overvloede diene, dat ik personen ontmoette, die den Timoreeschen soldaat leerden waardeeren. (Het „Timoreezen" werd gemarkeerd, daar ze niet alleen op Timor, maar ook o.m. op Rotti en Savoe gerecru- teerd worden; „Timoreezen" is dus ethnologisch minder juist). Het geringe aantal Timoreesche soldaten in het leger moet in. hoofdzaak worden toegeschreven aan de ondervolgende feiten. Ie. Het Gewest Timor en Onderhoorigheden verkeert in een beginstadium van ontwikkeling; de inboorlingen begeven zich nagenoeg nooit buiten het gewest; in verschillende onderafdeelingen weet de bevolking zelfs niets af van den toestand buiten haar eiland; van het soldatenleven kent men slechts het rimboeleven; dit alles veroorzaakt een zekeren angst voor verblijf buitenslands. 2e. De werving wordt niet voldoende krachtig gesteund en door gevoerd; de Civiel-Gezaghebbers o.a. moedigen dienstneming niet of weinig aan. 3e. De betaling der „Timoreesche soldaten" is te gering. Timor, Adonara en de reeds genoemde omliggende eilanden zijn bewoond door verschillende stammen t.w. Timor door Timoreezen, Beloeneezen en in enkele kustplaatsen Rotti-en Savoeneezen; (deze laatsten, ook op Rotti en Savoe, tellen vele Christenen; de Timo reezen en Beloeneezen zijn, met uitzondering van een paar duizend Christenen nabij Koepang en in Noord-Beloe wonende, heidenen); de Soloreilanden (Adonara, Lomblen en Solor) en gedeeltelijk Oost- Flores door Soloreezen, voor mijne bespreking te splitsen in hei- densche berg- en Christelijke of Mohamedaansche (of kwasi dito) kustbevolking. Achtereenvolgens zullen slechts die eigenschappen van voornoemde 441 I. M. T. 1915. 29.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 3