■Pé
5et uierde Wapenfeest en de
Schermsport.
Met genoegen nam ik kennis van het artikel van de hand van
den Heer Scheffer in de Maart-aflevering van dit tijdschrift, waarin
hij het vierde wapenfeest van den Nederlandsch-Indischen Officiers-
Schermbond bespreekt.
Met genoegen, omdat daardoor weder eens de aandacht op de
schermsport wordt gevestigd, hetgeen in ons leger niet overbodig
is, echter niet met onverdeelde instemming. Dit laatste niet zoozeer
om wat in het artikel staat, maar meer om wat er niet in staat.
Nu vind ik het zeer begrijpelijk, dat S., die een der wederoprich
ters van den N. I. O. S. is, alles nog al optimistisch beschouwt,
het ligt bovendien als bestuurslid niet op zijn weg critiek uit te
oefenen, maar hij zal mij wel ten goede willen houden, dat ik nog
op eenige punten de aandacht vestig.
De wedstrijden werden dit jaar wederom te Weltevreden gehou
den. Van de vier wapenfeesten hebben er 3 te Weltevreden en
1 te Bandoeng plaats gehad. Tot nog toe werd dus steeds West-
Java en wel in 't bijzonder een der warmste plaatsen uitverkoren.
Over het wapenfeest te Bandoeng in 1913 schreef de Heer Schef-
„fer: „En wij gelooven, dat het bestuur goed heeft gezienBandoeng
„heeft in vele opzichten verreweg de voorkeur boven Batavia. Wat
„een verschil in temperatuur en daardoor in prestatie!"
Zij, die komen om te schermen, zullen ongetwijfeld aan de koude
de voorkeur geven boven de warmte. Nu schijnt het bestuur wel
te hebben overwogen het laatste wapenfeest wederom te Bandoeng
te doen plaats hebben, maar dit voornemen zou afgestuit zijn op
de moeilijkheid om de militairen beneden den rang van officier,
deelnemers aan de wedstrijden, onder dak te brengen. Aangenomen
dat dit de juiste reden is, kan ik mij met het ingenomen standpunt
niet vereenigen, omdat de N. 1. O. S. in de eerste plaats dient om
de schermsport onder de officieren te bevorderen. Staat dit ook
niet in de statuten? Indirect wordt de schermsport in het leger
dan ook bevorderd en het organiseeren van wedstrijden voor mili-
481