Uit de Practijk. [Mei 1915. De redeneering is niet fraai. Accoord. Maarlogisch. XXXV. Als wij willen, dan kunnen wij veel betere Javanen in het leger krijgen. Dan laten wij de werving niet meer uitsluitend en alleen over aan afgedankt Inlandsch kadermaar dan belasten wij daarmede Europeesche of Inlandsche officieren, diegeholpen door inlandsch kaderzich vrij in hun district kunnen bewegen. En dan bemoeien de Militaire autoriteiten zich daar eens mede. B.V. door het houden van besprekingen met de bestuursambtenaren. Vooral met de Inlandsche be stuursambtenaren. En vooral de Hoogere militaire autoriteiten 1 Brigade-commandanten b.v. en inspecteerende generaals! Mij dunkt zooDe werving is toch een legerbelang. En als wij willen, dan kunnen wij onze Javaansche soldaten behoor lijk leeren lezen en schrijven. Het'grootste gedeelte zeker! Maar dan zal er niet 24 jaar lang iederen dag geëxerceerd en gemanoeuvreerd kunnen worden als in een militie-leger. Dan zal er een hoop tijd af moeten voor regelmatig onderwijs. Personeel is er genoeg. Daarmede zal de Javaan nog wel niet het élan en de hoogere soldateske Amboineesche eigenschappen aanleeren; maarhij schiet dan toch een aardig eind in de goede richting. Die suffigheid, die lamlendigheid, die ongevoeligheid en die stomheid zullen dan toch plaats maken voor wat meer toegankelijkheid voor begrippen van eigenwaarde, plichtsbesef, eergevoel, liefde voor den geboortegrond, enz. enz. En als we dan een eind maken aan die grievende tenach terstelling, aan dat onbillijke verschil tusschen bruin onder ling, als we meerdere en hoogere rangen (tot en met onder luitenant; administratieve betrekkingen uitsluitend!) voor het kader bereikbaar stellen, met vrije concurrentie tusschen de inheemsche landaardenwelnu, dan zal hij, die zich het mééste inspant, ook de mééste voordeelen van zijne militaire carrière trekken. Dan zullen de Amboineezen en Menadoneezen voorloopig nog onder de eersten en de besten blijven behooren. Maar dan ben ik overtuigd, dat de Javanen op den duur lang geen kwaad figuur zullen maken. De groote grief tusschen bruin en bruin-accent zal dan plaats hebben gemaakt voor een energie stalenden wedloop naar voren En er moet toch iets gedaan worden! Want men voorspelt na dezen oorlog een zoodanige vraag naar werkkrachten, dat we vermoedelijk niet veel Europeanen zullen uitkrijgen. Het is dus een defensie-belang, en een zéér groot defensie- belang, om het gehalte van onze inheemsche troepen, voor al van de Javaansche troepen, te verbeteren. En te zorgen voor uitstekend kader. 495

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 57