Mei 1915.] Uit de Prctijk. Waar een wil is, is een weg. En bij de menschen is de wil van huis uit aanwezig! XXXVI. Welke idee zou er voor gezeten hebben bij het bepalen van de tenue voor den officier van piket? Zooals de bepalingen thans luiden, zou hij zich een keer of wat per dag moeten verkleeden. Immers de wachten en posten visiteeren mag hij alleen doen in de zwarte attilaof in het grijsgroen. Broodjes fourageeren en koeien en varkens slachten (be zigheden, waarbij een ieder bij voorkeur de minst kwetsbare kleeding aantrekt) moet hij doen in zwarte attila of in een brandschoon wit jasje. Waarom mag bij ongewapende diensten, zooals brandspuit- exerceeren, gymnastiek en schermen, zwemmen, fourageeren in Chineesche rijst- en gaba-gaba-goedangs, en dergelijke, de grijsgroene uniform niet gedragen worden? Men denke eens aan het feit, dat de vroegere praktische Atjeh-jas, die wel bij dergelijke niet-ceremonieele diensten gedragen mocht worden, sinds één Januari j.l. vervallen is. En dat zoowel in regenmoesson als in heete klimaten dergelijke bepalingen ons op een hoop vuile witte jassen komen te staan. Bo vendien is het niet bevorderlijk voor het werk zélf, geneigd als men is om zijn jas en broek wit te houden. Wanneer een luitenant of kapitein tegen tien uur van een uitrukkende dienst thuis keeren, moeten ze zich dan eerst even gauw in het wit (of in de zwarte attila) steken, alvorens te kunnen overgaan tot het verrichten van week- dienst, voorloopige onderzoekjes, rapport, commissie tot het uitpakken van een kist leege zalfpotjes of van een factuurtje lampeglazen? Wij hebben een ontegenzeggelijk praktisch groen uniform. De kraag zou wel wat minder dik kunnen wezen (als je model bent uitgerust, dan is die minstens zeven lagen dik!) en een paar splitjes zouden best gemist kunnen worden, maarlaten wij in 's hemels naam géén wijzigingen voorstellen. Als er eenmaal begonnen wordt met het een of het ander aan de tenue te wijzigen, dan komt men zoo licht in de verleiding om en passant ook nog wat anders te veranderen! En dat zou'ik heb het reeds vroeger op gemerkt—jammer zijn. Desnoods neem ik in de rimboe nog liever een dozijn boordjes mee met een strijkijzer; als ik tenminste geen goed passende gummi-boordjes kan krijgen om in de groene veld-uniform te dragen Die uniform is dus goed. De diensten, waarbij ze echter gedragen mag worden, zijn veel te beperkt. Die beperking komt ten nadeele van den dienst, ten nadeele van ons

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 58