w
Oüerzicht uan eenige buitenlandsche
Tijdschriften.
Artilleristische Monatshefte Januari vangen aan met een artikel
van Rohne over de werkzaamheid van de granaatkartets, hetwelk
zich over het geheel slecht tot resumptie leent. De schijjver komt
tot de conclusiën:
le. dat granaatkartetsen met de vlakste banen (Russisch en Fransch
veldgeschut) superieur zijn;
2e. dat een groote tophoek als regel voordeelig is;
3e. dat bij grooten invalshoek een grootere springhoogte vereischte is;
4e. bij zeer gestrekte banen, te zamen met grooten tophoek, gaat
een belangrijk deel der vulling verloren;
5e. bij kleinen tophoek wordt de dichtheid te groot, hetgeen ook
nadeelig is;
6e. springhoogte en tophoek hangen nauw samen met den afstand.
De afstand, waarop voornamelijk geschoten zal worden, moet
hierbij den doorslag geven te zamen met de grootte der in
hoofdzaak te bevuren doelen, terwijl trn slotte een gewichtige
factor vormt de minimum grootte aan levende kracht, die men
noodig acht om een mensch buiten gevecht te stellen.
7e. de tactische eischen moeten dus eerst vaststaan voor de tech
niek aan den arbeid kan tijgen.
Te vermelden valt verder het artikel: „Schijf'sangrijfe gegen
Kiistenbefestigungen," waarin de schrijver zich een ernstig tegen
stander toont van het plaatsen van kustvuurmonden in forten;
dekking en aanpassing in en aan het terrein acht hij alles.
Zeer veel zorg dient z.i. gewijd te worden aan een krachtig
landfront.
Overgenomen is op blz. 42 een oordeel van een Engelsch Gene-
ralen Stafofficier over het gebruik der Duitsche artillerie: aan de
hand van dit artikel wijst Rohne op de geringe waarde, die derge
lijke verhalen in den regel hebben, en dat het artikel slechts bewijst,
dat de zaakkennis van den Engelschen schrijver blijkbaar niet erg
groot is. „So hat er sicher von dem „Planschiessen" der Fussartil-
lerie gehort, wie es friiher im Festungskriege vorgeschrieben war
und jetzt noch bei der französischen Fussartillerie gebrauchlich ist.
Seit einer Reihe von Jahren kennt man die Einteilung der Plane in
Quadraten bei der deutschen Fussartillerie nicht mehr." Ten onzent
nog wel.
507