Mei 1915.] Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften. van de Nederlandsche macht aanwezig ter bescherming van het belangrijk koloniaal gebied. Hij uit zijn verbazing over de wanver houding tusschen de Ned. Handelsvloot en de Ned. Marine, wier schepen hij zelfs niet in staat acht transoceanische reizen te maken. Even weinig verrukt is hij over het N. 1. Leger, waarvan hij de sterkte nog belangrijk te hoog aanslaat. De schrijver vertelt vervolgens een en ander van onze Staats commissie voor de Defensie en hare voorstellen, doch treedt daarbij niet in critiek. Hij betoogt verder, dat door het nemen van 't voor Japan ge vaarlijke Kiautschau weder een nieuwe schrede door Japan gezet is in de richting van het einddoel, de heerschappij ter zee in den Stillen Oceaan, en besluit zijn artikel met de mededeeling, dat een aansluiting van Nederland bij den Duitschen Statenbond zoo ge- wenscht zou zijn, waardoor Duitschland in het bezit zou komen van de Rijnmondingen en wij, Nederlanders, ontheven zouden worden van de zorgen verbonden aan de bescherming van ons kostbaar koloniaal bezit, waarin wij alleen niet in voldoende mate kunnen voorzien. De schrijver vergist zich, we maken ons daarover heelemaal geen zorgen; 't klinkt gek, maar in dat opzicht geen luchthartiger, lichtvaardiger volkje dan de Hollander. Mil. Wochenblatt. Nos. 35—45. No: 35 36 brengt ons mededeeling van eenige „Lorbeeren" in Oost-Afrika. Een paar staaltjes: Bij het Taganjikameer had een grootsch gevecht plaats met de Belgen, dat 5 uur duurde. Aan Duitsche zijde 3 man gewond, bij de Belgen natuurlijk vele verliezen. Bij Tanga, 3 daagsche slag, waarin de Engelsche troepen (8 Brit- sche Compagnieën en 8 Indische regimenten) door een Duitsche afdeeling vernichtend geschlagen werden. 150 Britten en 600 Indiërs gedood, vele Britten en Indiërs ge vangen, verdere buit 8 machinegeweren, wapens, munitie en voor raden. Duitsche verliezen gering, 15 dooden (in 3 dagen). Over de beschieting van Dar es Salam, heftige verontwaardiging ondanks de vermelding, dat de Engelsche marinetroepen er met een mitrailleur beschoten worden, wordt het een onverdedigde stad genoemd. In het No: wordt verder de beschrijving van den strijd in het Argonnewoud vervolgd, een wel interessant verhaal, dat zich echter slecht tot resumtie leent. In het artikel „Zur Beurteilung dergegen- wartigen Kriegslagekomt generaal von Blume op tegen de bewe ringen der Verbondenen, dat zij zoo talrijke voordeelen behaald zouden hebben. Hij somt de volgende feiten op: 510

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 74