I Mei 1915.] Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften. Revue mil. suisse Januari vangt aan met een artikel „Une des causes de la guerre actuelle". Het artikel bevat een brief van Ernest Renan aan den Duitschen philosoof D.F. Strausz, geschreven kort na '70/71, waarin de Franschman den Germaan uiteenzet, dat Duitschland op den verkeerden weg is, dat het misbruik van zijn overmacht gemaakt heeft en vooral dat de theorie, dat alles wat tot het Germaansche ras behoort, onder Duitschlands scepter moet komen, totaal verkeerd is. De schrijver acht deze theorie geen maatstaf voor den omvang van een rijk. De wil van een bevolking, tot welke nationaliteit zij wenscht te behooren, (ongeacht het ras! ongeacht de taal) moet de basis van de uitgebreidheid van een Staat vormen. Was Elzas-Lotharingen een onbewoonde landstreek geweest, dan ware tegen de annexatie niets te zeggen geweest: waar de bevolking Fransch wenschte te blijven, was zij een misdrijf tegen de volksrechten. Het argument, dat een streek vroeger Duitsch geweest is, heeft geen waarde en als men daar eenmaal mede zou beginnen, waar blijft dan de grens, ten slotte zou men dan het rijk der orang-oetans moeten gaan reconstrueeren, zegt de schrijver; bovendien is die theorie voor het Germanendom al heel gevaarlijk, omdat de Slaaf, in alles de leerling van den Germaan, het ook op hem zal gaan toepassen en heerschte dat ras vroeger niet tot de Elbe? En is de Pruis feitelijk niet een Slaaf met een Germaansch vernisje? Renan voorspelt, dat de Slaven, eenmaal ontwaakt, het Germa nendom zullen verpletteren en dan daarbij steun zullen vinden in den haat der Franschen tegen de Duitschers, ontstaan door Elzas- Lotharingen. Het volgende artikel bespreekt de Belgische neutraliteit en de schending daarvan door Duitschland. De schrijver betoogt, niet alleen dat deze schending te verwach ten was en dat iedereen er op voorbereid was, doch dat men ook mocht verwachten, dat het zwaartepunt der Duitsche legers zich door centraal België naar de Fransche Noordgrens zou richten. Aangaande den uitzwaai met de Duitsche hoofdkrachten over Brussel, Mons, is de schrijver van meening: „que l'état-major fran cais s'attendait a cette invasion; il parait même probable qu'il la prévoyait a peu prés comme elle s'est produite". Als bewijs voert hij aan de meerdere aandacht, gewijd aan de min of meer verwaarloosde vestingen van het Noordfront. Van die vestingen was Rijssel reeds gedeeltelijk ontmanteldaan gezien aan de verdedigbaarheid gewanhoopt werd. Maubeuge zou volgens het rapport van den generaal MaTtröt spoedig op de hoogte der Belgische vestingen kunnen gebracht worden. Een even droevig oordeel treft men aan omtrent Hirson, les Ay vel les (bij Mézières-Charleville), Montmédy en Longwy (nid a bombes). 518

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 82