Mei 1915.] Overzicht van Nederlandsche Militaire Tijdschriften. c. op belangrijke doelen het vuur concentreeren; d. onmiddellijk voor den stormaanval van de infanterie het vuur tot zijn hoogste kracht opvoeren. We zouden werkelijk niet hebben gedacht, dat nog een oorlog noodig was, om de juistheid van die beginselen te doen inzien, en meenen, dat deze ook vöör den oorlog al wel zijn erkend. Ook over de zware artillerie wordt nog een en ander opgemerkt. De taktiek van den vestingoorlog is door de Duitschers zoodanig gewijzigd, dat zij trachtten en met succes—om op een bepaald punt in den gordel een bres te schieten en van daaruit de geheele linie op te rollen. We meenen, dat S. hier te veel het oog heeft op een paar be paalde gevallen. Daaruit een algemeene conclusie te willen trekken, lijkt ons nog niet gerechtvaardigd. De overzichtsschrijver van „De groote Europeesche krijg" vervolgt zijn beschouwingen over de gebeurtenissen tot medio Februari 1915, meer in het bijzonder daarbij de operatiën op het westelijk strijdtooneel behandelende. Toegelicht door schetsen, en onder vermelding van de weder- zijdsche communiqué's, worden de hoofdmomenten uit de periode 16 Dec. 16 Febr. zoo nauwkeurig mogelijk besproken. Reeds bij den aanvang van zijn artikel geeft S. zijn denkbeelden weer omtrent den algemeenen toestand en zegt daarvan: „Duitschland zal hebben moeten erkennen, dat zijn positie er sinds „dien tijd van schitterend strategisch offensief (begin September) „niet op verbeterd is. „Integendeel, hij heeft van af het oogenblik, dat hij uit de lijn „VerdunParijs naar de tegenwoordige stelling werd terugge drongen, belangrijke verliezen moeten boeken. Daaronder wel in „de eerste plaats het verlies van het strategisch overwicht, de „verlamming van zijn operatieve beweeglijkheid en de moreele „nederlaag, die deze terugtocht voor hem in de oogen zijner tegen standers, ja in die van heel Europa beteekende". En daarop volgt dan: „Evenmin kunnen de bondgenooten, al zijn ze dan ook niet onder „den voet geloopen, op afdoende resultaten bogen. „De tegenstander staat nog altijd op hun gebied, zijn legers zijn „evenals de hunne zwaar beproefd, maar verslagen zijn zij niet, „zelfs zijn zij niet geschokt noch gedemoraliseerd door de teleur stelling, die ook hun deel werd". Over wat gebeuren kan of zal Iaat S. zich niet uit. Zich eenigermate poëtisch uitdrukkende, zegt hij daarvan: „Doch wat „geeft het den blik in zoo dicht omsluierd een toekomst te boren". N. 526

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 90