Juni 1916.] Nagekomen Stukken.
gewonnen en winnen, vooral omdat zij het dan in haar macht
heeft in het eenige militaire vaktijdschrift, uitingen, welke tegen
hare belangen indruischen, te beletten", vervolgt S.
Ziedaar „des Pudels Kern".
Verdachtmaking zonder eenigen grond van bewijs.
Gij heer Beumer, zijt dus niet voor het voortbestaan van het
1. M.' T. als vaktijdschrift, maar wilt het enkel en alleen beschou
wen als strijdmiddel tegen de N. I. O. V., omdat gij bevreesd zijt,
dat het orgaan geen artikelen zal aannemen, die de belangen zullen
benadeelen van die vereeniging. J. x
Gij, en met U gelijkdenkenden zijt het, die strijd wilt, en aan
kondigt, tusschen officieren onderling.
Gij zijt het, die de splijtzwam aankweekt, instede van die te
helpen vernietigen, indien ze aangetroffen wordt.
Gij alweer zijt het, die eenvoudige feiten opblaast en ze daarna
aandachtig en met schrik beschouwt, niet meer wetende, dat Gij
ze hebt doen zwellen.
Wij werpen niet met handschoenen; zijn blijde, dat wij nog net
voldoende hebben tot dagelijksch gebruik.
Wij respecteeren Uwe gevoelens omtrent het al dan niet mogen
bestaan eener Officiersvereeniging; gunt Gij ons de onze en stelt U
niet daar tegenover.
Gij handelt hiermede niet alleen in strijd met het legerbelang,
maar zelfs tegen de inzichten der Regeering, die zich reeds uitge
sproken heeft vöör het levensrecht eener N. I. O. V. door goedkeu
ring harer statuten.
Tjimahi, 29 Mei 1916.
Th. v^Ardenne.
684
