Nagekomen Stukken. fjuni 1916.
vinden van den stroom van studies en min of meer betrouwbare
verslagen en journalen, die dan los zal breken. De daaruit voort
vloeide lessen en ervaringen op veelzijdig militair gebied zullen
niet spoedig verwerkt zijn.
Daarom zal er niet slechts ruimte voor twee militaire periodieken
in Indië zijn, maar is zelfs de mogelijkheid.verstrekt niet uitgesloten,
dat daaraan behoefte zal blijven te ontstaan.
Het bovenstaande is echter mijne persoonlijke opinie en deze
gedachte zat allerminst voor bij de op de algeineene vergadering
genomen beslissing. Hier was eenvoudig de kwestie de volgende.
Eene vereeniging als de onze heeft om haar doel te bereiken
een eigen orgaan noodig. Daarom werd het opgericht. De moge
lijkheid van concurrentie met het l.M T. was daarbij een noodzake
lijk, niet door de vereeniging begeerd kwaad. Toen het orgaan er
eenmaal was, viel het veie leden te zwaar om zoowel de contribu
tie voor de vereeniging als liet abonnement op het tijdschrift te
betalen. Daarom wilden deze het orgaan zoodanig zien uitgebreid,
dat zij, zonder verstoken te blijven van militair wetenschappelijke
lectuur, voor het I M.T. konden bedanken. De Heer Beumer zou dus
eene (tweede) onjuiste conclusie vermeden hebben, wanneer hij de
opmerking: „Abonné's op het 1. M. T., tevens leden van de N. 1 O. V.
ontvangen het orgaan van die vereeniging, het voortbestaan van
het I. M. T. geeft dus voor hen geen meerdere kosten" had aange
vuld met: „zoolang zij op het 1. M. T. geabonneerd blijven". Het
financieele argument geldt dus wel degelijk.
Ondertusschen lijkt mij voorloopig het gevaar, dat het I. M. T.
veel abonné's door het orgaan zal verliezen, niet groot, want de
beslissing alleen om artikelen van technischen en wetenschappe-
lijken aard in het orgaan op te nemen, brengt de lezers niet in
eens het gewenschte aantal goede wetenschappelijke artikelen.
Zooals ondergeteekende ook op de algemeene vergadering heeft
opgemerkt, zijn de meeste schrijvers op dat gebied het tijdschrift
trouw gebleven, al kunnen we dan ook met dankbaarheid erkennen,
dat enkele zeer te waardeeren krachten thans geregeld hunne bij
dragen aan het orgaan zenden. Nieuwe schrijvers van dergelijke
artikelen stampt men maar niet zoo uit den grond.
Wanneer men dit alles bedenkt en vooral zich zuiver voor den
geest haalt, wat de vergadering heeft beslist, dan moet men m. i.
tot de overtuiging komen, dat de heer Beumer zich noodeloos
heeft ongerust gemaakt, toen hij vermeende door het luchtruim te
zien vliegen dobbelsteenen en handschoenen, welke in werkelijk
heid niet waren geworpen.
Zooals we zooeven aantoonden, heeft onze geachte tegenstander
ten onrechte het financieel argument, dat geleid heeft tot de geno
men beslissing ongeldig verklaard. Heeft ondergeteekendegelijk.dat
dit argument zijne volle kracht behoudt, dan gaat ook de bewe-
087