Juni 1916. Nagekomen Stukken. oneer, slechts tot oneer zou kunnen strekken, indien hare houding in dit voor de Regeering zoo moeite-volle tijdperk in eenig opzicht te laken viel. Overigens ben ik van oordeel, dat op dit ondermaansche alleen datgene en op het goede moment tot stand komt, waaraan behoefte bestaat. Het geboren worden is echter maar een betrekkelijke kunst de kunst is te blijven leven. Zoo is dan de officiersver- eeniging, blijkende uit het succes bij de oprichting, op het goede moment geboren. De vereeniging vindt in hoofdzaak haar oorsprong in het streven naar positieverbetering en is dus van huisuit van materialistischen aard. Dat streven naar verbeterde bestaansvoor waarden zal eenige jaren hèt cement zijn, dat de leden bindt. Zijn de voornaamste eischen ingewilligd, dan wel vindt het streven naar positieverbetering aan Hoogerhand bij herhaling geen willig oor, dan dreigt ontbinding, tenzij wij het vereenigingsleven zoodanig hebben leeren waardeeren, dat wijziging van de grondslagen, waarop de vereeniging is opgericht, mogelijk zal blijken. De vereeniging zal alsdan in een hooger stadium zijn gekomen en geen principieele tegenstanders meer kennen. Slechts onverschilligen; en het zal van het aantal van deze slappe broeders afhangen, of de vereeniging bestand zal blijken tegen de voornaamste kwaal, die alle vereeni gingsleven in lndië bedreigt. De vereeniging zal aldus zich zelf rechten. Het is van dezen kant, dat het gevaar dreigt, niet van de zijde, waarvan de tegenstanders van vandaag zulks verwachten. Mocht in vorenstaande een kern van waarheid schuilen, dan zou daaruit volgen dat de principieele tegenstanders voorloopig hunne wapens kunnen opbergen, tot tijd en wijle de vereeniging als men het dan zoo noemen wil van de smet van het materialisme zal zijn gezuiverd, op welk tijdstip zij een welkome aanvulling zullen vormen in de alsdan verzwakte gelederen. Vergeten wij daarbij niet, dat het stadium, waarin de vereeniging nu verkeert, de materialistische periode zal ik het maar noemen, een tijdperk is. dat onvermijdelijk moet worden doorgemaakt en dat het van omstandigheden zal afhangen, of deze periode van kor ter of langer duur zal zijn. Ten slotte een enkele woord naar aanleiding van de verzuchting van den Heer Beumer„wat zal de toekomst ons brengen, „indien het aantal leden, dat reeds nu meer dan de helft van het „officierskorps omvat, nog belangrijk is toegenomen?" Geloof me: niets vreemdsoortigs, niets buitengewoons. Alleen dit: het alsdan naar rato geslonken aantal tegenstanders van de N.l.O.V. zou daar in aanleiding kunnen vinden hun standpunt nog eens te herzien en reeds nu mede te werken aan den opbouw van de ofticiersvereem- ging, doch voor alles zich van het stijgend aantal leden in zooverre rekenschap kunnen geven, door onbevangen te overwegen, of het 694

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 110