Juni 1915.J Antwoord aan de heeren Meijers en Alif. heb op posten en patrouilles meestal zooveel militair werk dat ik mijn medische ontwikkeling daardoor, helaas, min of meer moet verwaarloozen. Doch de hoofdstrekking van mijn betoog, dat weliswaar niet in gansch officieelen betoogtrant werd vervat, was: een betere medische ontwikkeling tijdens de officiersopleiding in een uitgebreider mee' op een,ge zelfstandigheid gerichte opleiding van het hospitaal- person 9f lk nu als leerling zorg, dat ik bij voorkomende gevallen zelf eenigszins hulp kan verleenen, doet er niet toe- hoofdzaak is dat een dergelijk „kunnen" lederen officier in zijn cadetten-tijd-reeds behoorlijk wordt bijgebracht De heer Meijers schuift Asymptoot te zeer op den voorgrond terwijl Asymptoot zich in zijn eigen artikeltje alleen voor 't voet- hePft Zh '"I/6" V°rVa" "Z0° Zij" 6r VeeI"- Want Asymptoot heeft zich zelf zooveel medische handigheid geleerd, dat hij het bewuste verband vrij fatsoenlijk heeft aangelegd en doen aanleggen- 'Jri VerKm°edt zelfs dat de heer Meijers, toen hij dien gewonde onder behandeling kreeg, zich hiervan persoonlijk heeft kunnen 1ZT\ Zl -V Zijn VCle C°,iega'S die nu eenmaal "iet over medische handigheid beschikken en dat is hun schuld niet. Zoo één voerde hij ten publieken tooneele. En wordt werkelijk het beste personeel naar de buitenposten en op patrouille gezonden? Dan zie ik de zaak somberder L dZ bereids het geval was. Want als de verschillende artisten die ik op posten en patrouilles ontmoette, op militair-medisch gebied tot de besten gerekend moeten worden, hoe moeten dan in 's hemels naam de minder goeden zijn? Wij moeten in dit geval ons oordeel en hlhS\?P I866" Zij "3an h6t Zi6kbed' in de verbandkamer en bij het klaarmaken van medicijnen", onder deskundige leiding us, verrichten, maar op hetgeen zij zelfstandig en zonder dokter 27"' 'k heb deze Prestaties slechts in enkele gevallen goed bevonden en bewonderd. En volgens mijn bescheiden doch met-medische of deskundige meening, is ook dat niet hun schuld. onriL a t wT' persoonIiik geheel andere ervaringen pdeed als ik, is volstrekt met te verwonderen. Want waar hij het hospitaalpersoneel in functie zag, was het dan toch onder zijn Iei- riï0 ÏZ1C ff 0nder dat van andere dokloren- Doch mijn bezwaar ncht zich juist tegen het gebrek aan practische zelfstandigheid, het 652

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 118