b. het aanvullen van den patronenvoorraad van de le Munitie
colonne uit de 2e, c.q. het omwisselen van ledige tegen beladen
voertuigen,
c. het transport van gewonden naar de hoofdverbandplaats en
van de marschvaardige lichtgewonden naar de verzamelplaats
van gewonden buiten het gevechtsveld. (Zoowel hoofdverbandplaats
als verzamelplaats zullen gewoonlijk ook aan of nabij den weg
zijn gelegen.)
d. verdere evacuatie der gekwetsten naar eene ziekeninrichting,
veldhospitaal of den etappehoofdpost,
e. transport van gevangenen,
het marcheeren van de bagagetreinen naar de korpsen en terug,
g. het marcheeren van de bagagetreinen naar den verplegings-
trein voor het aanvullen der levensmiddelen,
h. de afvoer van ledige voertuigen van munitie en verplegings-
trein naar het depot of den etappehoofdpost.
De bevelvoering over den Algemeenen Trein omvat dus voor
namelijk het regelen van het verkeer in den rug der troepen, d.w.z.
van het gebruik van de wegen, hetgeen dus in de praktijk neer
komt op het gebruik van den eenigen aanwezigen weg.
Het behoeft wel geen nader betoog, dat eene eenhoofdige leiding
hiervoor onontbeerlijk is, en dat eene strenge tucht het eenige
middel is, om te midden van dit va-et-vient de orde te handhaven.
Tevens moge hieruit blijken, dat het commando alleen kan worden
toevertrouwd aan officieren, gewend aan het ageeren met trein-
colonnes. Eene eenvoudige toepassing van V.V. 182 zou de meest
bedenkelijke gevolgen na zich kunnen sleepen, aangezien een Hoofd
officier van den Geneeskundigen Dienst, met alle waardeering voor
zijne kundigheden in het algemeen, wel de noodige ervaring zal
missen om bijv. eene 6 K.M. lange treincolonne (Alg. Trein voor
3 brigades) naar behooren te beheerschen. Men schijnt dan ook
te recht het beginsel te willen vastleggen, dat de oudste Trein-
officier onder alle omstandigheden als commandant van de vereenigde
treinafdeelingen zal worden beschouwd.
De Trein Ct. moet over voldoende middelen kunnen beschikken,
om het verband tusschen de verschillende treinafdeelingen alsmede
met de troepen te onderhouden en zich tijdig van de bedoelingen
van den Algemeenen Bevelhebber op de hoogte te stellen.
555
ORGANISATIE EN BEVELVOERING VAN TREINAFDEELINGEN. [Juni 1915.
I. M. T. 1915. 36.