De herziene Rechtspleging bij de Landmacht. [Juni 1916. Ziet de lezer uit liet bovenstaande, dat de beklaagde in rechten aanzienlijk is vooruitgegaan, er blijft nog veel te wenschen over, behalve dan het onderzoek, dat nog steeds geheim is, wordt ter terechtzitting voornamelijk afgegaan op de stukken van de infor- matiën, van een zelfstandig onderzoek ter terechtzitting is geen sprake, alleen kunnen, gelijk wij zagen, getuigen en deskundigen gehoord en aanvulling gevraagd worden. Ten slotte iets over de verdediging zelve. Nu het ontwerp toelaat, dat een officier als verdediger van een' beklaagde kan optreden, is het wel dienstig om enkele beschouwingen, zij het dan ook in het kort, te laten volgen. Het ontwerp kent het stelsel, dat beklaagde of hij in arrest is of niet, zich steeds een' verdediger kan laten toewijzen, hoe dit ge schiedt, zagen wij boven. De taak van een' verdediger schijnt eenvoudiger dan zij is, al is het standpunt, dat hij in te nemen heeft, het partijstandpunt van beklaagde; dat wil echter niet zeggen, dat de verdediger elke bewering van beklaagde, elke kennelijke leugen tot de zijne heeft te maken, maar kan nooit voeren tot het standpunt, dat de verdediger zich tegenover beklaagde stelt. is men niet in staat om een woord ten gunste van den beklaagde aan te voeren, doordat de verdediging vrijwel hopeloos staat of dat er feitelijk niets te verdedigen valt, hetgeen bij bekentenis het geval is, dan refereere men zich aan het oordeel van den krijgsraad of men brenge het verleden van beklaagde naar voren dan wel een of ander feit dat den rechter tot clementie stemt dan wel men voere verzachtende omstandigheden aan Mr. P. A. F. Blom. wordt vervolgd) 1) Men leze over dit punt de bekende handleiding tot het Wetboek van Strafvordering van Mr, Simons en de daar vermelde literatuur, §09

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 23