juni 1916.] OPHELDERING DOOR BRIGADE-CAVALERIE Beide voorschriften voorzien echter in de noodzakelijkheid om, waar noodig gelijktijdig met de strategische opheldering in den tacti sche te kunnen voorzien. Zoo bepaalt het Nederlandsch ontwerp velddienstvoorschrift in punt 193 „Bij de aanwijzing van afdeelingen „voor den verkenningsdienst zij men erop bedacht een gedeelte zijner „cavalerie en wielrijders ter onmiddellijke beschikking te houden „tot het doen uitvoeren van aanvankelijk niet voorziene verkennings- „opdrachten", terwijl het Zwitsersche voorschrift op de aanwijzing der legercavalerie voor de „Fernaufklarung" laat volgen, dat deze bij uitzondering door patrouilles der divisie-cavalerie kan worden aangevuld. Mij bevredigt intusschen noch de oplossing door beide voornoemde voorschriften gekozen, noch de redaktie van het gedeelte van ons velddienstvoorschrift, dat de brigade-cavalerie behandelt, namelijk de punten 53 t/m 55, en wel omdat de ophelderende taak der orga niek bij de troepeneenheden ingedeelde cavalerie in geen van drieën voldoende wordt belicht. In dit opzicht is ons voorschrift door dè jongste wijziging, welke het hoofd„Opheldering door de bij eenè troepenafdeeling ingedeelde cavalerie" veranderde in: „Opheldering door de bij eene troepenafdeeling voor den veiligheidsdienst ingedeelde cavalerie" nog een schrede verder in de verkeerde richting gegaan. Om de juistheid dezer bewering goed te doen uitkomen veroorloof ik mij eene korte beschouwing over het gebruik onzer cavalerie. Ofschoon ons veldleger slechts de sterkte eener Europeesche divisie heeft, zal het in geen denkend hoofd opkomen voordat leger klak keloos de voorschriften voor het gebruik der divisie-cavalerie over te nemen voor zulk eene steeds óf in hooger verband öf naar aanwij zingen van hoogerhand optredende divisie. Het zal toch duidelijk zijn, dat onze opperbevelhebber in militairen zin een volkomen zelfstandige taak te vervullen zal hebben. Hij moet zonder aanwijzingen van hoogere chefs een operatieplan ontwer- 1) Ik heb nooit begrepen, waarom, sinds onze cavalerie gesplitst is in Le- gercavalerie en Brigade-cavalerie, hetVelddienstvoorschrift deze voor ieder duidelijke benamingen niet heeft overgenomen en in verband daarmede de opheldering heeft gesplitst in„opheldering door leger-cavalerie" en „opheldering door brigade-cavalerie". Hiertegen is geen enkel bezwaar, omdat de brigade cavalerie nimmer strategische opheldering verricht, 014

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 28