m Juni 1916.] Opheldering door Brigade-cavAlerië. Zwitsersche en NederlanJsche schrijvers, door auteurs dus die uitgin gen van een wijze van landsverdediging zooals ik die boven typeerde, werd aangeprezen, namelijk de strategische opheldering opgedragen aan meerdere losse d.i. niet ondersteunde officierspatrouilles, de hoofd macht der cavalerie in de hand van den Bevelhebber voor de tac tische opheldering. Denkt men zich echter eene krachtige, in beginsel offensief gevoerde landsverdediging, d.w.z. eene waarbij de opperbevelhebber zich ten doei heeft gesteld van elke ondoordachte splitsing van krachten, van elke misgreep van den tegenstander gebruik te maken om zich beslist snel en zoo sterk mogelijk op ee 1 der groepen te werpen ten einde die te slaan, voordat de andere haar te hulp kan komen, dan moet van de strategisch ophelderende cavalerie geeischt kunnen worden, dat zij zich ongeacht de vijandelijke cavalerie kunne hand haven daar, waar zij dat wil en dat zij zeker en snel hare berich ten over grooten afstand den commandant van het leger kunnen doen toekomen, opdat deze het juiste moment onverwijld kunne benutten. Het is duidelijk, dat dan de cavalerie zoo sterk mogelijk gesteund door wielrijders om haar vuurkracht te verhoogen c.q. haarachter- waartsche verbinding open te houden en uitgerust met de beste technische gemeenschapsmiddelen voor de strategische opheldering moet worden ingezet. De splitsing onzer cavalerie in Leger- en Brigade-cavalerie, onder generaal van Daalen tot stand gekomen, en de herhaalde voorstellen tot uitbreiding van dat wapen en van het leger, eveneens van dezen energieken chef uitgegaan, wijzen erop, dat die legercommandant zich voorstelde de landsverdediging te voeren op de van krachtig zelf vertrouwen getuigende wijze als door mij laatstelijk aangegeven. Denken wij ons eene in de nabijheid van Batavia gelande ex- peditionnaire macht, welke zich van het complex Priok-Batavia- Weltevreden-Meester-Cornelis heeft meester gemaakt, in welk tijds verloop ons veldleger tusschen Poerwakaria en Bandoeng werd geconcentreerd. Meldt nu op een gegeven oogenbiik de legercavalerie den opmarsch der vijandelijke hooidmacht in de richting Gedong- gedé, gepaard met eene sterke detacheering naar Buitenzorg (ver> moedelijk doel: indirecte beveiliging der om gezondsheidsredenen zeer uitgebreid gekozen, ergo moeilijk te verdedigen operatiebasis tegen verrassing van die zijde), dan ligt onzerzijds de operatie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 30