Juni 1916.] Beschouwingen over vliegtuigen in den modernen De 2 actieve toestellen der officieren-instructeur blijven te hunner beschikking voor over land of over zee vluchten. 4o Dat de leiding van het technisch bedrijf dient te worden opge dragen aan een luchtvaartkundig-ingenieur. Indien geen bij uitstek in vliegtechniek en motorkennis zeer erva ren persoon aan het hoofd van het technisch bedrijf wordt geplaatst, zal op den duur de vliegdienst spaak loopen. In het vliegkamp te Soesterberg is een genie-officier-comman dant, die reeds jaren bij het vak is, bovendien 4 vliegeniers, die sedert 1911 aan het vliegen zijn, toch moest men aldaar een luchtvaartkundig-ingenieur aanstellen, niettegenstaande in de vliegtuigenfabriek van Wijnmalen alles besteld en hersteld zou kunnen worden. Herstellingen in eigen bedrijf zijn veel goedkooper en kunnen beter gecontroleerd worden. De ingenieur dient tevens voor controle uitoefening op de fabrieken, die toestellen en motoren afleveren. Elk onderdeel van het toestel wordt eerst gekeurd, voor het geheele toestel wordt afgeleverd. Dit is de eenigste methode om deugdelijke machines te krijgen. Waar in Indië voorloopig niet gerekend kan worden op een fabriek voor vliegtuigen, zal de behoefte aan een technisch bevoegden leider zich spoedig doen gevoelen, en dan ten koste van schatten gelds en menschenlevens. 5e. Dat voor onderhoud en reparatie van ieder toestel beschikbaar moeten zijn: 1 sergeant- of korporaal-monteur en twee helpers. Wordt voorge steld aan de verschillende vaklieden de volgende rangen te geven: hoofdwerktuigkundige sergeant majoor, werktuigkundige sergeant, werkman 1ste klasse korporaal, werkman 2de klasse soldaat. Zeer geschikte mecaniciens, die aan bepaalde eischen vol doen, kunnen tot werkman 1ste klasse of korporaal, dan wel werktuigkundige of sergeant benoemd worden. Van de Ambachtsschool te Batavia kunnen jongelieden op proef in dienst genomen worden zij vormen zeer bruikbaar materiaal tot opleiding. 628 OORLOG EN GEVOLGTREKKINGEN

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 44