[Juni 1916.
6e. Dat steeds beschikt moet kunnen worden over een motorboot
van voldoende capaciteit voor het sleepen van vliegtuigen.
Aan bemanning is daarvoor noodig
1 Europeesche bootman, 2 Inlandsche machine-drijvers en
2 Inlandsche matrozen, benevens een aflossing.
7e. Dat voor over land vluchten steeds 2 zeer krachtige personen
auto's beschikbaar moeten zijn, om na noodlandingen met
spoed naar die plaatsen te rijden en zoo noodig geneeskun
dige hulp te halen.
In Nederland is bovendien voor elk vliegtuig een lastauto met
aanhangwagen aanwezig, teneinde reserve-motor en desnoods
het geheele toestel te vervoeren bij manoeuvres of in oorlogs
tijd om de brigade, divisie of artillerie-afdeeling te volgen, dan
wel na eene noodlanding het defecte toestel naar het vlieg
kamp terug te brengen. In Indië verdient het aanbeveling
voorloopig 4 lastauto's met bijbehoorende aanhangwagens te
bestellen. Op elk 6 vliegtuigen is noodig: één magazijn
wagen.
Voor bestuurders van deze auto's kunnen inlandsche chauffeurs
gebezigd worden.
8e. Dat voor de motorafdeeling tevens metaalbewerking noodig
zijn:
1 werktuigkundige,
3 werklieden le klasse en
5 werklieden 2e klasse.
In deze afdeeling worden de motoren uit elkaar genomen en
schoongemaakt, terwijl ook hier de grootere reparatiën verricht
worden.
9e. Dat voor de montage-afdeeling tevens timmerwinkel noodig zijn:
a. voor montage:
1 werktuigkundige en
3 werklieden lste klasse.
b. voor den timmerwinkel:
1 werktuigkundige,
3 werklieden lste klasse, en
3 werklieden 2de klasse.
In deze afdeeling worden de groote reparatiën aan defecte
929
VOOR DE OP TE RICHTEN LUCHTVLOOT IN
N EDERLANDSCH-lNDIE.