Aanvulling Infanterie Officierskorps. [Juni 1916.
Zou het dus gelukken om weer grootere promoties voor Indië
te krijgen, zoodat elke compagnie over minstens 3 luitenants kan
beschikken, dan is de kans op promotie voor de Indische Heeren
belangrijk slechter dan in Holland met 1 actief luitenant per com
pagnie; terwijl bij de kleine promoties, zooals die nu uitkomendus
bij een gering aantal luitenants bij een eventueelen oorlog na een
paar dagen het geheele leger ontwricht is, door gebrek aan aan
voerders.
Uit dit dilemma is maar een uitweg |en dat is een belangrijke
financieele vooruitgang in de Indische traktementen en pensioenen,
zoodat als men er dan ontijdig als kapitein uit moet, men kan rekenen
op een pensioen minstens gelijk aan dat van een Hollandschen kolo
nel, waarbij men dan toch nog verre achter is bij zijn Nederlandschen
tijdgenoot, waar deze (het eervolle van een hoogeren rang niet
eens in aanmerking nemend) nog jaren lang een veel hooger
activiteitstraktement geniet en daarmede zijn kinderen beter kan
opvoeden dan de gepensionneerde Indische kapitein met zijn pen
sioen; welke laatste dan dikwijls nog een knak in zijn gezondheid
heeft gekregen en een veel minder aangenaam leven heeft gehad.
Ook de traktementen dienen verhoogd, men doet in Indië met
400. - 's maands beslist minder dan in Holland met 200.—
De verhoudingen in inkomsten tusschen Nederland en Indië
moet minstens 1 3 zijn.
Nog onlangs verklaarde mij iemand uit den handel, dat nu het
contract met zijn firma voor 5 jaar ad 400,— 's maands om was,
hij beslist naar patria terugkeerde, aangezien hij daar beter leefde
met zijn 1500 als hier met 4800.— 'sjaars.
Toch zijn de voorstellen van het Legerbestuur tot verbetering
reeds tweemaal van de begrooting gevoerd.
Er dient snel en afdoende gehandeld te worden, want het Indisch
Leger verkeert, wat de aanvulling van zijn officieren en kader
betreft, in groot gevaar.
Er is periculum in mora.
Actueel.
639