Eenvoudiger uitrusting van het Gevechts-echelon [Juni 1916.
der Mitrailleur-sectie.
onderdeelen, zooals b. v. schuifpal-aanbrenger en sleutel-olierege-
laar vervalt.
Wij hebben ons de vraag te stellen: „Wat is er, redelijkerwijze
gesproken, gedurende het gevecht noodig bij het stuk (de sectie)
aan reserve-onderdeelen, gereedschap en toebehooren
Dit en niets meer nemen we mede!
Die vraag beantwoord ik met
1 Slot compleet, bestaande dus uit afsluiter (c) en beide schar-
nierstukken (c),
1 Haan met haanklink,
1 Afvuurstang,
1 Oliepomp (c),
Aan gereedschap:
1 Patroonlosser, 1 steunplaat, 1 hulzentrekker,
1 Hamer Kr, 1 drijver Mg, 1 loopsleutel M 14 en de oude sleutel No. 2.
Aan toebehooren:
1 Pompstok Kr, met 2 loopborstels en een stijfharen kwastje,
voor het wegvegen van houtsplinters, kruitschilfers e. d.,
1 Looptrechter,
1 Oliebus KI. (met een vulling voor het oliereservoir),
1 Oliespuit KI. (niet meer van het ondoelmatige model, dat wij thans
hebben),
1 Kastborstel.
Werk, lappen en last not least:
Water en olie.
Weg dus met de buig-kniptang, de doorslagen, één haanklink,
de 10 pakkingringen, de reserve-patroontrekker, uitwerper, slagpin-
punten, spantronk, splitpen, veer-patroontrekker, veer-slot en uitne-
mer-slagpinpunt.
Kleine onderdeelen als uitwerper, patroontrekker e. d. raken maar
zoek en bovendien hebben we op het gevechtsveld geen tijd om
die deelen te verwisselen.
Wie zal het in zijn hoofd halen om een defecte patroontrekker-
veer onder vijandelijk vuur met behulp van een doorslag, schroeve-
draaier en hamer los te tikken? Niemand!
Men neemt onmiddellijk de reserve-afsluiter en geeft de defecte
door aan den geweermaker, die op een veiliger plaats werken kan
641
