Een nieuwe Indeeling van de Compagnieën [Juni 1916. afdeelingen, die door officieren of als zoodanig dienstdoenden moeten worden gecommandeerd. Meer dan 2 officieren of als zoo danig dienstdoenden zijn er per compagnie bijna nooit, zoodat in de tegenwoordige omstandigheden altijd twee afdeelingen door on derofficieren, meermalen Amboineesche of Inlandsche, moeten wor den gecommandeerd, wat uit een krijgstuchtelijk en uit een tactisch oogpunt niet aan te bevelen is. Door de driedeeling vermindert men het aantal officiers-afdeelingen tot 252 en is dus de kans op dergelijke minder gewenschte toestan den ook weer zooveel geringer geworden. Uit een tactisch oogpunt heeft de driedeeling het voordeel, dat bij behoud van dezelfde sterkte per compagnie de secties sterker worden. De tegenwoordige sterkte der sectie van 34 man is meer malen onvoldoende voor het uitvoeren van verschillende vóórhaar weggelegde opdrachten. Nemen we bijv. de sectie als veldwacht: voor voorloopige pos ten, posten met aflossingen, post voor het geweer met aflossing, patrouilles, c.q. een gedetacheerden post zijn al over de 34 man noodig en is de sectie dus al ontoereikend. Nu komen van de vorengenoemde menschen wel weer enkele ter beschikking, maar men vergete niet, dat een sterkte van 34 man na het intreden van eenige verliezen spoedig tot de uitzonderingen zalbehooren. Toe passing van V. V. 110(2)zwakke veldwachten op minder belang rijke punten, dus vermoedelijk om de tactische verbanden niet geheel en al te verbreken, halve sectieszal moeilijk zijn bij eene sterkte van 34 man, daarentegen zal eene halve sectie van 25 man zeer goed voor dat doel te gebruiken zijn. Eene brigade van 17 man is evenzoo onvoldoend sterk als spits. Neemt men twee sterke doorzoekings-patrouilles van bijv. 6 man, die dan te zorgen hebben voor verband met den spits, dan blijft er voor den spits zoo goed als niets over. Maakt men de patrouilles zwakker, dan zijn ze alleen aangewezen op gezichtsverband, wat in onze terreinen meestal vrij beperkt is, of wel de spits moet voor verbinding zorgen en dan is het resultaat toch weer hetzelfde, de spits is weer onvoldoend sterk. Ook hier is dus eene opvoering van de sterkte van de sectie zeer gewenscht. Weliswaar biedt de indeeling in 4 secties voordeelen boven de 647 DER VELDBATALJONS.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1915 | | pagina 63